Einde inhoudsopgave
Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2020
- Bronpublicatie:
16-06-2020, Stcrt. 2020, 31290 (uitgifte: 18-06-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/88503)
- Inwerkingtreding
01-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2020, Stcrt. 2020, 31290 (uitgifte: 18-06-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/88503)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De minister neemt een aanvraag voor een aanvullend type-certificaat voor het aanbrengen van een ingrijpende wijziging aan een Nederlands luchtvaartuig dat volledig wordt ingezet voor niet-militaire operaties genoemd in artikel 2, derde lid, onder a, van de basisverordening, of een in Bijlage I, onderdeel 1, onder b, bij de basisverordening genoemd luchtvaartuig, dat in het Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen is ingeschreven en is voorzien van een ICAO-standaard-BvL, in behandeling, indien de aanvrager naar het oordeel van de minister over voldoende kennis en ervaring beschikt om het ontwerp en de blijvende luchtwaardigheid daarvan te ondersteunen.
2.
Een aanvraag voor een aanvullend type-certificaat wordt ingediend overeenkomstig Part 21, onderdeel 21.A.113, van verordening (EU) nr. 748/2012.
3.
De aanvrager toont voor de afgifte van een aanvullend type-certificaat overeenkomstig Part 21, onderdeel 21.A.114, van verordening (EU) nr. 748/2012 aan, dat het gewijzigde product voldoet aan de eisen overeenkomstig Part 21, onderdeel 21.A.101, van verordening (EU) nr. 748/2012.
4.
De afgifte van een aanvullend type-certificaat wordt op door de minister te bepalen wijze bekendgemaakt.