Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's)
Artikel 99 quater
Geldend
Geldend vanaf 17-09-2014
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 18-03-2016.
- Bronpublicatie:
23-07-2014, PbEU 2014, L 257 (uitgifte: 28-08-2014, regelingnummer: 2014/91/EU)
- Inwerkingtreding
17-09-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2014, PbEU 2014, L 257 (uitgifte: 28-08-2014, regelingnummer: 2014/91/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
De lidstaten zien erop toe dat de bevoegde autoriteiten bij de vaststelling van de aard van bestuursrechtelijke sancties of maatregelen en van de omvang van bestuursrechtelijke geldboeten ervoor zorgen dat deze doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en dat zij daarbij alle relevante omstandigheden in aanmerking nemen, zoals, in voorkomend geval:
- a)
de ernst en de duur van de overtreding;
- b)
de mate van verantwoordelijkheid van de voor de overtreding verantwoordelijke persoon;
- c)
de financiële draagkracht van de voor de overtreding verantwoordelijk persoon, zoals deze bijvoorbeeld blijkt uit zijn totale omzet in het geval van een rechtspersoon of het jaarinkomen in geval van een natuurlijk persoon;
- d)
de omvang van de winsten of vermeden verliezen die zijn behaald door de voor overtreding verantwoordelijke persoon, de aan andere personen berokkende schade en, indien toepasselijk, de schade die is toegebracht aan de werking van de markten of aan de economie in bredere zin, voor zover deze kunnen worden bepaald;
- e)
de mate waarin de voor de overtreding verantwoordelijke persoon met de bevoegde autoriteit meewerkt;
- f)
eerdere overtredingen door de verantwoordelijke persoon;
- g)
maatregelen die na de overtreding door de voor de overtreding verantwoordelijke persoon zijn genomen om herhaling ervan te voorkomen.
2.
Bij de uitoefening van hun sanctiebevoegdheden krachtens artikel 99 werken de bevoegde autoriteiten nauw samen om ervoor te zorgen dat de toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden en de administratieve sancties de beoogde resultaten in overeenstemming met de doelstellingen van deze richtlijn opleveren. Zij coördineren tevens hun acties om mogelijke doublures en overlappingen te voorkomen bij de toepassing van toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden en administratieve sancties en maatregelen op grensoverschrijdende gevallen, overeenkomstig artikel 101.