Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 198 Additionele toelaatbare zekerheden in het kader van de uitgebreide benadering van financiële zekerheden
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Indien een instelling gebruik maakt van de in artikel 223 beschreven uitgebreide benadering van financiële zekerheden kan die instelling, benevens de in artikel 197 vastgestelde zekerheden, ook de volgende instrumenten als toelaatbare zekerheid gebruiken:
- a)
aandelen of converteerbare obligaties die niet in een hoofdindex zijn opgenomen maar op een erkende beurs worden verhandeld;
- b)
rechten van deelneming of aandelen in icb's wanneer beide volgende voorwaarden vervuld zijn:
- i)
de rechten van deelneming of aandelen hebben een dagelijkse publieke koersnotering;
- ii)
Indien een icb belegt in rechten van deelneming of aandelen van een andere icb, zijn de voorwaarden van de punten a) en b) van dit lid eveneens van toepassing op elke dergelijke onderliggende icb.
Het gebruik door een icb van derivaten om toegestane beleggingen af te dekken, laat de toelaatbaarheid als zekerheid van de rechten van deelneming of aandelen in deze instelling onverlet.
2.
Indien de icb of een van haar onderliggende icb's er niet toe gehouden is alleen te beleggen in instrumenten die overeenkomstig artikel 197, leden 1 en 4, als toelaatbaar kunnen worden aangemerkt en in de in lid 1, punt a), van dit artikel bedoelde posten, geldt het volgende:
- a)
indien instellingen de doorkijkbenadering als bedoeld in artikel 132 bis, lid 1, of artikel 152, lid 2, toepassen voor directe blootstellingen met betrekking tot een icb, mogen zij rechten van deelneming of aandelen in die icb als zekerheid gebruiken tot een bedrag dat gelijk is aan de waarde van de door de icb gehouden instrumenten die overeenkomstig artikel 197, leden 1 en 4, als toelaatbaar kunnen worden aangemerkt en in de in lid 1, punt a), van dit artikel bedoelde posten;
- b)
indien instellingen de beleidsbenadering als bedoeld in artikel 132 bis, lid 2, of artikel 152, lid 5, toepassen voor directe blootstellingen met betrekking tot een icb, mogen zij rechten van deelneming of aandelen in die icb als zekerheid gebruiken tot een bedrag dat gelijk is aan de waarde van de door de icb gehouden instrumenten die overeenkomstig artikel 197, leden 1 en 4, als toelaatbaar kunnen worden aangemerkt en in de in lid 1, punt a), van dit artikel bedoelde posten, waarbij wordt aangenomen dat die icb of een van haar onderliggende icb's tot de in hun respectieve mandaten toegestane limiet in niet-toelaatbare instrumenten heeft belegd.
Indien niet-toelaatbare instrumenten als gevolg van uit eigendom voortvloeiende verplichtingen of voorwaardelijke verplichtingen een negatieve waarde kunnen hebben, passen de instellingen elk van beide volgende bepalingen toe:
- a)
zij berekenen de totale waarde van de niet-toelaatbare instrumenten;
- b)
als het overeenkomstig punt a) verkregen bedrag negatief is, trekken zij de absolute waarde van dat bedrag af van de totale waarde van de toelaatbare instrumenten.