Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 200 Overige volgestorte kredietprotectie
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 26-06-2021.
- Bronpublicatie:
27-11-2019, PbEU 2019, L 314 (uitgifte: 05-12-2019, regelingnummer: 2019/2033)
- Inwerkingtreding
25-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2019, PbEU 2019, L 314 (uitgifte: 05-12-2019, regelingnummer: 2019/2033)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
De instellingen kunnen de volgende overige volgestorte kredietprotectie als toelaatbare zekerheid gebruiken:
- a)
contanten die gedeponeerd zijn bij of met contanten gelijk te stellen instrumenten die niet in het kader van een bewaringsovereenkomst aangehouden worden door een derde instelling en die in pand gegeven zijn aan de leningverstrekkende instelling;
- b)
aan leningverstrekkende instellingen in pand gegeven levensverzekeringsovereenkomsten;
- c)
door een derde instelling of door een beleggingsonderneming uitgegeven instrumenten die op verzoek door die instelling of door die beleggingsonderneming worden teruggekocht.