Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 23 Non-discriminatie
Geldend
Geldend vanaf 24-10-2011
- Bronpublicatie:
22-03-2010, Trb. 2011, 102 (uitgifte: 09-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2011, Trb. 2011, 208 (uitgifte: 26-10-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Personen die, wat Nederland betreft, onderdaan zijn, en, wat de Speciale Administratieve Regio Hongkong betreft, die gerechtigd zijn tot verblijf of zijn opgericht of anderszins daarin gevestigd zijn, worden in de andere verdragsluitende partij niet aan enige belasting of daarmee verband houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan de belastingheffing en daarmee verband houdende verplichtingen waaraan personen die gerechtigd zijn tot verblijf, zijn opgericht of anderszins zijn gevestigd in die andere verdragsluitende partij (zijnde de Speciale Administratieve Regio Hongkong) of onderdanen van die andere verdragsluitende partij (zijnde Nederland) onder dezelfde omstandigheden, in het bijzonder met betrekking tot de woonplaats, zijn of kunnen worden onderworpen. Deze bepaling is, niettegenstaande de bepalingen van artikel 1, ook van toepassing op personen die geen inwoner zijn van een of van beide verdragsluitende partijen.
2.
Staatloze personen die inwoner zijn van een verdragsluitende partij worden in geen van de verdragsluitende partijen aan enige belastingheffing of daarmede verband houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan de belastingheffing en daarmee verband houdende verplichtingen waaraan onderdanen van de verdragsluitende partij (zijnde Nederland) of personen die gerechtigd zijn tot verblijf in de verdragsluitende partij (zijnde de Speciale Administratieve Regio Hongkong) onder dezelfde omstandigheden, in het bijzonder met betrekking tot de woonplaats, zijn of kunnen worden onderworpen.
3.
De belastingheffing van een vaste inrichting die een onderneming van een verdragsluitende partij in de andere verdragsluitende partij heeft, is in die andere verdragsluitende partij niet ongunstiger dan de belastingheffing van ondernemingen van die andere verdragsluitende partij die dezelfde werkzaamheden uitoefenen. Deze bepaling mag niet aldus worden uitgelegd, dat zij een verdragsluitende partij verplicht aan inwoners van de andere verdragsluitende partij bij de belastingheffing de persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen en verminderingen uit hoofde van de samenstelling van het gezin of gezinslasten te verlenen, die eerstbedoelde partij aan haar eigen inwoners verleent.
4.
Behalve indien de bepalingen van artikel 9, eerste lid, artikel 11, vijfde lid, of artikel 12, vijfde lid, van toepassing zijn, zijn interest, royalty's en andere uitgaven betaald door een onderneming van een verdragsluitende partij aan een inwoner van de andere verdragsluitende partij, bij de vaststelling van de belastbare winst van die onderneming onder dezelfde voorwaarden aftrekbaar als wanneer zij betaald waren aan een inwoner van de eerstbedoelde verdragsluitende partij.
5.
Ondernemingen van een verdragsluitende partij, waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, in het bezit is van of wordt beheerst door een of meer inwoners van de andere verdragsluitende partij, worden in de eerstbedoelde verdragsluitende partij niet aan enige belastingheffing of daarmee verband houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen waaraan andere soortgelijke ondernemingen van de eerstbedoelde verdragsluitende partij zijn of kunnen worden onderworpen.