Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 12 Royalty's
Geldend
Geldend vanaf 24-10-2011
- Bronpublicatie:
22-03-2010, Trb. 2011, 102 (uitgifte: 09-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2011, Trb. 2011, 208 (uitgifte: 26-10-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Royalty's afkomstig uit een verdragsluitende partij die worden betaald of worden geacht te worden betaald aan een inwoner van de andere verdragsluitende partij mogen in die andere verdragsluitende partij worden belast.
2.
Deze royalty's mogen echter ook in de verdragsluitende partij waaruit zij afkomstig zijn, overeenkomstig de wetgeving van die verdragsluitende partij worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's een inwoner is van de andere verdragsluitende partij, mag de aldus geheven belasting 3 percent van het brutobedrag van de royalty's niet overschrijden. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen regelen in onderling overleg de wijze van toepassing van deze beperkingen.
3.
Onder de uitdrukking ‘royalty's’, zoals gebezigd in dit artikel, worden verstaan vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik, of voor het recht van gebruik, van een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap, waaronder begrepen bioscoopfilms of films of banden voor radio- en televisieuitzendingen, een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, of voor het gebruik, of voor het recht van gebruik, van uitrusting op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap of voor informatie omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap.
4.
De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's, die inwoner is van een verdragsluitende partij, in de andere verdragsluitende partij waaruit de royalty's afkomstig zijn, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting en het recht of de zaak uit hoofde waarvan de royalty's worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing.
5.
Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de royalty's, ongeacht de gronden, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de verdragsluitende partijen, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van dit Verdrag.
6.
Royalty's worden geacht uit een verdragsluitende partij afkomstig te zijn indien zij worden betaald door een inwoner van die verdragsluitende partij. Indien evenwel de persoon die de royalty's betaalt, of hij inwoner van een verdragsluitende partij is of niet, in een verdragsluitende partij een vaste inrichting heeft, waarvoor de verplichting tot het betalen van de royalty's was aangegaan, en deze royalty's ten laste komen van die vaste inrichting, worden deze royalty's geacht afkomstig te zijn uit de verdragsluitende partij waar de vaste inrichting is gevestigd.