Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 10 Dividenden
Geldend
Geldend vanaf 24-10-2011
- Bronpublicatie:
22-03-2010, Trb. 2011, 102 (uitgifte: 09-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2011, Trb. 2011, 208 (uitgifte: 26-10-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een verdragsluitende partij aan een inwoner van de andere verdragsluitende partij, mogen in die andere verdragsluitende partij worden belast.
2.
Deze dividenden mogen echter ook in de verdragsluitende partij waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, overeenkomstig de wetgeving van die verdragsluitende partij worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een inwoner van de andere verdragsluitende partij is, mag de aldus geheven belasting 10 percent van het brutobedrag van de dividenden niet overschrijden.
3.
Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, heft de verdragsluitende partij waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is geen belasting over door dat lichaam betaalde dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden:
- a.
een lichaam is, niet zijnde een samenwerkingsverband, dat inwoner is van de andere verdragsluitende partij en onmiddellijk ten minste 10 percent bezit van het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt, mits:
- i.
de aandelen van het lichaam dat de dividenden ontvangt regelmatig worden verhandeld op een erkende effectenbeurs; of
- ii.
ten minste 50 percent van de aandelen van het lichaam dat de dividenden ontvangt in eigendom is van een lichaam waarvan de aandelen regelmatig worden verhandeld op een erkende effectenbeurs, maar uitsluitend indien het laatstbedoelde lichaam:
- A.
inwoner is van een van de verdragsluitende partijen; of
- B.
inwoner is van een lidstaat van de Europese Unie (EU) en dat lichaam recht zou hebben op voordelen die gelijk zijn aan of gunstiger dan de voordelen uit hoofde van dit artikel ingevolge een allesomvattende regeling voor het vermijden van dubbele belasting tussen zijn woonstaat en de verdragsluitende partij bij welke aanspraak wordt gemaakt op de voordelen van dit artikel of uit hoofde van een multilaterale overeenkomst waarbij zijn woonstaat en de verdragsluitende partij bij welke aanspraak wordt gemaakt op de voordelen van dit artikel partij zijn;
- iii.
het lichaam een bank of een verzekeringsmaatschappij is die gevestigd is in en als zodanig gereguleerd wordt door het recht van de verdragsluitende partij waarvan deze inwoner is;
- iv.
het lichaam een hoofdkantoor is voor een multinationale groep van vennootschappen dat een substantieel deel verzorgt van het algemene toezicht op en het bestuur van de groep en dat de onafhankelijke discretionaire bevoegdheden heeft en uitoefent voor het verrichten van deze functies;
- b.
een verdragsluitende partij, of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan is;
- c.
een door de regering van een verdragsluitende partij opgerichte instelling of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan is, dat wordt erkend als een integrerend onderdeel van die regering, hetgeen door de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen in onderling overleg wordt overeengekomen.
- d.
een pensioenfonds of een pensioenregeling is als bedoeld in artikel 4, tweede lid; of
- e.
een lichaam dat niet voldoet aan de voorwaarden genoemd onder i, ii, iii, of iv van onderdeel a, of een lichaam dat anders is dan een lichaam genoemd in onderdeel c, mits de bevoegde autoriteit van de verdragsluitende partij die de voordelen moet toekennen, vaststelt dat het veiligstellen van de voordelen van dit artikel niet het voornaamste doel of een van de voornaamste doelen van de oprichting, verwerving of instandhouding van het lichaam is.
4.
De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen regelen in onderling overleg de wijze van toepassing van deze beperkingen.
5.
De bepalingen van het tweede en derde lid laten onverlet de belastingheffing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.
6.
De uitdrukking ‘dividenden’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijnaandelen, oprichtersaandelen of andere rechten, niet zijnde schuldvorderingen, die aanspraak geven op een aandeel in de winst alsmede inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten die door de wetgeving van de verdragsluitende partij waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, op dezelfde wijze aan de belastingheffing worden onderworpen als inkomsten uit aandelen.
7.
De bepalingen van het eerste, tweede, derde en negende lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een verdragsluitende partij, in de andere verdragsluitende partij waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing.
8.
Indien een lichaam dat inwoner is van een verdragsluitende partij, voordelen of inkomsten verkrijgt uit de andere verdragsluitende partij, mag die andere verdragsluitende partij geen belasting heffen op de dividenden die door het lichaam worden betaald, behalve voor zover deze dividenden worden betaald aan een inwoner van die andere verdragsluitende partij of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van een in die andere verdragsluitende partij gevestigde vaste inrichting behoort, noch de niet-uitgedeelde winst van het lichaam onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst van het lichaam, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit voordelen of inkomsten die uit die andere verdragsluitende partij afkomstig zijn.
9.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede en achtste lid, mogen dividenden betaald door een lichaam met een in aandelen verdeeld kapitaal en dat volgens de wetgeving van een verdragsluitende partij inwoner is van die verdragsluitende partij, aan een natuurlijke persoon die inwoner is van de andere verdragsluitende partij, in de eerstbedoelde verdragsluitende partij worden belast overeenkomstig de wetgeving van die verdragsluitende partij, indien die natuurlijke persoon — al dan niet tezamen met zijn of haar echtgenoot dan wel een van hun bloed- of aanverwanten in de rechte lijn — onmiddellijk of middellijk ten minste vijf percent bezit van het geplaatste kapitaal van een bepaalde soort van aandelen van dat lichaam.