Einde inhoudsopgave
Besluit geruisloze terugkeer (art. 14c Wet op de vennootschapsbelasting 1969)
3.7.2 Samenloop terugkeerreserve en vermogen dat niet kan behoren tot door aandeelhouder voortgezette onderneming
Geldend
Geldend vanaf 10-11-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 02-10-2018
- Bronpublicatie:
02-10-2018, Stcrt. 2018, 62988 (uitgifte: 09-11-2018, regelingnummer: 2018/99281)
- Inwerkingtreding
10-11-2018, terugwerkend tot: 02-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-10-2018, Stcrt. 2018, 62988 (uitgifte: 09-11-2018, regelingnummer: 2018/99281)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Geruisloze terugkeer
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Inkomstenbelasting / Winst
Vermogen dat niet kan gaan behoren tot het vermogen van de door de aandeelhouders voortgezette onderneming, wordt voor het inkomen uit aanmerkelijk belang op reguliere wijze in aanmerking genomen. Gebleken is dat onder omstandigheden deze separate en reguliere behandeling van – dit kort gezegd – overige vermogen lijkt te leiden tot een verstoring van de beoogde gelijkheid van de inkomstenbelastingclaim voor en na de omzetting. Hieronder schets ik enkele van dergelijke situaties waarin deze verstoring lijkt op te treden en waarin ik door een redelijke wetsuitleg, dan wel voor zover nodig goedkeurend, deze verstoring voorkom.
Onbenoemd 3.7.2.1 Terugkeerreserve en schuld vennootschap aan voortzettende aandeelhouder
Onbenoemd 3.7.2.2 Afstorting pensioenverplichting na overgangstijdstip
Onbenoemd 3.7.2.3 Terugkeerreserve en negatief vermogen voortgezette onderneming