Einde inhoudsopgave
Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Artikel 35a
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
01-06-2010, Stb. 2010, 210 (uitgifte: 15-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2010, Stb. 2010, 225 (uitgifte: 22-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De rechterlijk ambtenaar wordt op eigen verzoek ontslagen.
2.
Ontslag als bedoeld in het eerste lid wordt verleend met ingang van een dag niet vroeger dan een maand of later dan drie maanden na de dag waarop het verzoek om ontslag is ontvangen.
3.
Van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken, indien:
- a.
een strafrechtelijke vervolging ter zake van een misdrijf tegen de rechterlijk ambtenaar is ingesteld; of
- b.
ten aanzien van de rechterlijk ambtenaar wordt overwogen de disciplinaire maatregel van ontslag op te leggen.
4.
Van het bepaalde in het tweede lid kan worden afgeweken, indien:
- a.
ten aanzien van de rechterlijk ambtenaar wordt overwogen een disciplinaire maatregel op te leggen;
- b.
de rechterlijk ambtenaar hierom verzoekt; of
- c.
het belang van de dienst dit vereist, met dien verstande dat de termijn van drie maanden, bedoeld in het tweede lid, op deze grond tot ten hoogste zes maanden kan worden verlengd en dat bij deze verlenging in redelijkheid met het belang van de rechterlijk ambtenaar rekening wordt gehouden.