Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/63/EU betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt
Artikel 34 Inspecties door de lidstaat
Geldend
Geldend vanaf 09-11-2010
- Bronpublicatie:
22-09-2010, PbEU 2010, L 276 (uitgifte: 20-10-2010, regelingnummer: 2010/63/EU)
- Inwerkingtreding
09-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2010, PbEU 2010, L 276 (uitgifte: 20-10-2010, regelingnummer: 2010/63/EU)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Dierenrecht / Algemeen
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde instanties bij alle fokkers, leveranciers en gebruikers, inclusief in hun inrichtingen, regelmatige inspecties uitvoert, teneinde na te gaan of aan de voorschriften van deze richtlijn wordt voldaan.
2.
Er worden inspecties uitgevoerd, waarbij de bevoegde instantie de frequentie van de inspecties aanpast naargelang van een risicoanalyse van elke inrichting, waarbij rekening wordt gehouden met:
- a)
het aantal en de soorten gehouden dieren;
- b)
de staat van dienst van de fokker, leverancier of gebruiker wat betreft de naleving van de vereisten van deze richtlijn;
- c)
het aantal en type van de door de betrokken gebruiker uitgevoerde projecten, en
- d)
alle informatie die zou kunnen wijzen op niet-naleving.
3.
Elk jaar wordt op basis van de in lid 2 bedoelde risicoanalyse minstens een derde van de gebruikers geïnspecteerd. Fokkers, leveranciers en gebruikers van niet-menselijke primaten worden evenwel minstens eenmaal per jaar geïnspecteerd.
4.
Een passend deel van de inspecties wordt uitgevoerd zonder waarschuwing.
5.
De gegevens van alle inspecties worden gedurende ten minste vijf jaar bewaard.