Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen
Artikel 35 Geluidsseinen bij beperkt zicht
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1992
- Bronpublicatie:
11-12-1991, Stb. 1992, 3 (uitgifte: 16-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-1992, Stb. 1992, 84 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
De geluidsseinen genoemd in dit artikel moeten zowel overdag als bij nacht worden gegeven in of nabij een gebied met beperkt zicht.
2
a.
Een werktuiglijk voortbewogen schip, een duwstel of een gekoppeld samenstel dat vaart door het water loopt moet, met tussenpozen van niet meer dan twee minuten, één lange stoot geven.
b.
Een werktuiglijk voortbewogen schip, een duwstel of een gekoppeld samenstel, dat varende is, doch geen vaart door het water loopt, moet, met tussenpozen van niet meer dan twee minuten, twee lange stoten geven, gescheiden door een tussenpoos van ongeveer twee seconden.
c.
Een onmanoeuvreerbaar schip, een beperkt manoeuvreerbaar schip, een bovenmaats zeeschip of een schip dat een ander schip sleept, dat varende is moet, in de plaats van de seinen voorgeschreven onder a en b, met tussenpozen van niet meer dan twee minuten, één lange stoot gevolgd door twee korte stoten geven.
d.
Een schip dat wordt gesleept of, in geval meer dan één schip wordt gesleept, het laatste schip van de sleep, moet, met tussenpozen van niet meer dan twee minuten, één lange stoot gevolgd door drie korte stoten geven.
Indien mogelijk wordt dit sein gegeven onmiddellijk na het door het slepende schip gegeven sein.
3.
Een ten anker liggend schip moet met tussenpozen van niet meer dan één minuut snel de klok luiden gedurende ongeveer vijf seconden. Een ten anker liggend schip mag bovendien één korte, één lange en één korte stoot geven om een naderend schip te waarschuwen.
4.
Een schip dat aan de grond zit moet het sein met de klok, bedoeld in het derde lid, geven en bovendien drie van elkaar gescheiden duidelijke slagen op de klok, onmiddellijk vóór en onmiddellijk na het snelle luiden van de klok. Het schip mag daarenboven twee korte stoten gevolgd door een lange stoot geven.
5.
Een veerpont die varende is moet met tussenpozen van niet meer dan één minuut één lange stoot gevolgd door vier korte stoten geven.