Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen
Artikel 36 Aandachts- en waarschuwingsseinen
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1992
- Bronpublicatie:
11-12-1991, Stb. 1992, 3 (uitgifte: 16-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-1992, Stb. 1992, 84 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Wanneer het nodig is om de aandacht te trekken van een ander schip mag elk schip een licht- of een geluidssein geven dat niet kan worden verward met een bij dit reglement voorzien sein noch met een licht of een sein dat bij de betonning of bij de bebakening in gebruik is. Het mag tevens zijn zoeklicht laten schijnen in de richting van het gevaar, zonder daardoor een ander schip te hinderen of in verwarring te brengen.
2.
Een schip dat een bocht of een gedeelte van het vaarwater nadert waar het zicht is belemmerd door omstandigheden die geen verband houden met beperkt zicht, moet tijdig als waarschuwingssein één lange stoot geven.
3.
Eveneens moet een lange stoot als waarschuwingssein worden gegeven, indien het onder bijzondere omstandigheden nodig is de aandacht te trekken ter voorkoming van aanvaringen.
4.
Zonodig moeten de in dit artikel bedoelde seinen tijdig worden herhaald.
5.
Het gebruik van zeer felle flikker- of zwaailichten zoals ‘strobe’-lichten om de aandacht te trekken, is verboden.