Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen
Artikel 33 Middelen voor geluidsseinen
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1992
- Bronpublicatie:
11-12-1991, Stb. 1992, 3 (uitgifte: 16-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-1992, Stb. 1992, 84 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Een schip met een lengte van 20 meter of meer moet zijn voorzien van een fluit en van een klok. De fluit en de klok moeten deugdelijk zijn. De fluit moet zodanig op het schip zijn geplaatst dat de goede werking ervan niet nadelig wordt beïnvloed. De klok mag worden vervangen door een ander middel dat dezelfde onderscheiden geluidskenmerken bezit, met dien verstande dat het altijd mogelijk moet zijn om de vereiste seinen door bediening met de hand te geven.
2.
Een klein schip is niet verplicht de toestellen voor het geven van geluidsseinen voorgeschreven in het eerste lid, aan boord te hebben, doch indien het deze niet heeft, moet het zijn voorzien van een ander middel voor het geven van een doelmatig geluidssein.
3.
De in dit reglement vermelde geluidsseinen mogen alleen worden gegeven in de omstandigheden en voor de doeleinden voorzien bij dit reglement.