Einde inhoudsopgave
Belastingregeling voor het land Nederland
Artikel 2.6 Inkomsten uit dienstbetrekking
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2011. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip twk.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
26-02-2011, Stb. 2011, 107 (uitgifte: 04-03-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-03-2011, terugwerkend tot: 01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2011, Stb. 2011, 107 (uitgifte: 04-03-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
1.
Onder voorbehoud van de artikelen 2.7, 2.9, 2.10 en 2.11 zijn salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een van de heffingsgebieden ter zake van een dienstbetrekking slechts volgens de toepasselijke belastingwetgeving in dat heffingsgebied belastbaar, tenzij de dienstbetrekking in het andere heffingsgebied wordt uitgeoefend. Indien de dienstbetrekking aldaar wordt uitgeoefend, mogen de ter zake daarvan verkregen beloningen volgens de toepasselijke belastingwetgeving in dat andere heffingsgebied worden belast.
2.
Niettegenstaande het eerste lid is een beloning verkregen door een inwoner van een heffingsgebied ter zake van een in het andere heffingsgebied uitgeoefende dienstbetrekking slechts volgens de toepasselijke belastingwetgeving in het eerstbedoelde heffingsgebied belastbaar, indien:
- a.
de genieter in het andere heffingsgebied verblijft gedurende een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden beginnend of eindigend in het desbetreffende belastingjaar een totaal van 183 dagen niet te boven gaat onderscheidenlijk gaan;
- b.
de beloning wordt betaald door of namens een werkgever die geen inwoner van het andere heffingsgebied is, en
- c.
de beloning niet ten laste komt van een vaste inrichting die de werkgever in het andere heffingsgebied heeft.
3.
Niettegenstaande het eerste en tweede lid is de beloning verkregen door een inwoner van een van de heffingsgebieden ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in het internationale verkeer wordt geëxploiteerd, slechts volgens de toepasselijke belastingwetgeving in dat heffingsgebied belastbaar.