Einde inhoudsopgave
Belastingregeling voor het land Nederland
Artikel 2.4 Dividenden
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2011. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip twk.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
26-02-2011, Stb. 2011, 107 (uitgifte: 04-03-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-03-2011, terugwerkend tot: 01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2011, Stb. 2011, 107 (uitgifte: 04-03-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
1.
Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een van de heffingsgebieden aan een inwoner van het andere heffingsgebied mogen volgens de in dat andere heffingsgebied toepasselijke belastingwetgeving worden belast.
2.
Deze dividenden mogen echter ook worden belast volgens de toepasselijke belastingwetgeving in het heffingsgebied waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is.
3.
Niettegenstaande het tweede lid, zijn dividenden vrijgesteld van belasting in Nederland indien het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is van Nederland en de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een pensioenfonds is dat inwoner is van de BES eilanden.
4.
Niettegenstaande het tweede lid, mogen de door een lichaam betaalde dividenden niet worden belast volgens de toepasselijke belastingwetgeving in Nederland, indien dit lichaam inwoner is van Nederland en de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een lichaam is waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld, dat inwoner is van de BES eilanden en dat onmiddellijk ten minste 10 percent bezit van het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt.
5.
Onze Minister van Financiën stelt vast onder welke voorwaarden de vermindering op basis van dit artikel via een teruggaaf dan wel via een vrijstelling wordt verleend.
6.
Het derde en vierde lid laten onverlet de belastingheffing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.
7.
De uitdrukking dividenden, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijnaandelen, oprichtersaandelen of andere rechten die aanspraak geven op een aandeel in de winst alsmede inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten die volgens de wetgeving van het heffingsgebied waarvan het uitkerende lichaam inwoner is op dezelfde wijze als inkomsten uit aandelen in de belastingheffing worden betrokken. De uitdrukking dividenden omvat mede hetgeen bij het inkopen van aandelen door, of bij de liquidatie van, een lichaam wordt uitgekeerd boven het gemiddeld op desbetreffende aandelen gestorte kapitaal en de opbrengst, bedoeld in artikel 5.4 van de Belastingwet BES.
8.
Het eerste, tweede en vierde lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijke gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een van de heffingsgebieden, in het andere heffingsgebied waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting uitoefent en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald aan die vaste inrichting is toe te rekenen. In dat geval is artikel 2.2 van toepassing.
9.
Dividenden en uitkeringen op winstbewijzen betaald door een lichaam dat inwoner is van een van de heffingsgebieden, daarbij dit besluit buiten beschouwing latend, aan een natuurlijke persoon die inwoner is van het andere heffingsgebied en die bij emigratie uit het eerstgenoemde heffingsgebied is belast ter zake van de waardeaangroei van vermogen als bedoeld in artikel 2.5, vijfde lid, mogen ook worden belast overeenkomstig de in het eerstgenoemde heffingsgebied toepasselijke wetgeving, maar slechts voor een periode van tien jaar na emigratie van de natuurlijke persoon. Deze bepaling geldt slechts zolang er van de aanslag, bedoeld in artikel 2.5, vijfde lid, nog een bedrag openstaat.