Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 67 Rechten van de beschuldigde
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
17-07-1998, Trb. 2000, 120 (uitgifte: 17-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-07-2002, Trb. 2002, 135 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Bij de vaststelling van een tenlastegelegd feit heeft de beschuldigde recht op een openbare zitting met inachtneming van het in dit Statuut bepaalde, die op eerlijke en onpartijdige wijze wordt gehouden, en op de volgende minimumwaarborgen, op basis gelijke voet met de Aanklager:
- a.
onverwijld en in detail op de hoogte te worden gesteld van de aard, de reden en de inhoud van het hem tenlastegelegde, in een taal die hij volledig begrijpt en spreekt;
- b.
te beschikken over voldoende tijd en faciliteiten voor de voorbereiding van de verdediging en vrijelijke en vertrouwelijke communicatie met de raadsman van zijn keuze;
- c.
terecht te staan zonder buitensporige vertraging;
- d.
onverminderd het bepaalde in artikel 63, tweede lid, aanwezig te zijn ter terechtzitting, verweer te voeren in persoon of door middel van door hem gekozen rechtsbijstand, op de hoogte te worden gesteld van dit recht wanneer hij geen rechtsbijstand heeft en rechtsbijstand toegewezen te krijgen door het Hof in alle gevallen waarin het belang van de rechtspleging dit vereist, en zonder betaling indien de beschuldigde niet over voldoende middelen beschikt;
- e.
getuigen à charge te ondervragen of te doen ondervragen en de verschijning en ondervraging te bewerkstelligen van getuigen à decharge op dezelfde voorwaarden als gelden voor getuigen à charge; de beschuldigde is tevens gerechtigd verweermiddelen aan te voeren en ander krachtens dit Statuut toelaatbaar bewijs naar voren te brengen;
- f.
kosteloos bijstand te krijgen van een bevoegde tolk en de vertalingen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de vereisten van eerlijkheid, indien een onderdeel van de procedure of een document dat aan het Hof wordt overgelegd niet is gesteld in een taal die de beschuldigde volledig begrijpt en spreekt;
- g.
niet te worden gedwongen te getuigen of schuld te bekennen en te kunnen blijven zwijgen zonder dat dit meeweegt bij het vaststellen van schuld of onschuld;
- h.
buiten eedsverband een mondelinge of schriftelijke verklaring ten behoeve van zijn verdediging af te leggen; en
- i.
niet te worden onderworpen aan een omkering van de bewijslast of aan enige plicht tot tegenbewijs.
2.
Naast enige andere ingevolge dit Statuut bepaalde openbaarmaking, stelt de Aanklager de verdediging in een zo vroeg mogelijk stadium in kennis van bewijsmiddelen die zich in het bezit of in de macht van de Aanklager bevinden en waarvan hij meent dat deze de onschuld van de beschuldigde aantonen of daartoe bijdragen of dat deze de schuld van de beschuldigde verlichten, of die de geloofwaardigheid kunnen aantasten van bewijs waarop de vervolging steunt. Het Hof beslist in gevallen waarin twijfel bestaat over de toepassing van dit lid.