Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/96/EG tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 31-10-2003
- Bronpublicatie:
27-10-2003, PbEU 2003, L 283 (uitgifte: 31-10-2003, regelingnummer: 2003/96/EG)
- Inwerkingtreding
31-10-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-10-2003, PbEU 2003, L 283 (uitgifte: 31-10-2003, regelingnummer: 2003/96/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
In deze richtlijn wordt onder zakelijk gebruik verstaan het gebruik door een zakelijke eenheid, als zodanig geïdentificeerd overeenkomstig het tweede lid, dat zelfstandig, ongeacht op welke plaats, leveringen van goederen en diensten verricht, ongeacht het oogmerk of het resultaat van die economische activiteiten.
De economische activiteiten omvatten alle werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter, met inbegrip van de winning van delfstoffen, de landbouw en de uitoefening van vrije beroepen.
Staten, lokale en regionale overheden en andere publiekrechtelijke lichamen worden niet als zakelijke eenheid aangemerkt voor de werkzaamheden of handelingen die zij als overheid verrichten. Wanneer deze lichamen evenwel zodanige werkzaamheden of handelingen verrichten, worden zij daarvoor als zakelijke eenheid aangemerkt, indien een behandeling als niet-zakelijke eenheid tot concurrentieverstoringen van enige betekenis zou leiden.
2.
Voor de toepassing van deze richtlijn kan een zakelijke eenheid niet worden beschouwd als kleiner dan een afdeling van een zakelijke eenheid of een juridische entiteit die uit organisatorisch oogpunt een onafhankelijke exploitatie vormt, dat wil zeggen een eenheid die op eigen kracht kan functioneren.
3.
Waar gemengd gebruik plaatsvindt, wordt de belasting geheven naar evenredigheid van elk type gebruik; indien het zakelijk of het niet-zakelijk gebruik van weinig belang is, kan het evenwel als nihil worden behandeld.
4.
De lidstaten kunnen het toepassingsgebied van het verlaagde belastingniveau voor zakelijk gebruik beperken.