Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 767/2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening)
Artikel 9 ter Specifieke bepalingen voor familieleden van burgers van de Unie of van andere onderdanen van derde landen die onder het Unierecht inzake vrij verkeer vallen
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2023
- Bronpublicatie:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Inwerkingtreding
27-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
1.
Wat betreft onderdanen van derde landen die familielid zijn van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is of van een onderdaan van een derde land die het recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, worden de in artikel 9 bis, lid 3, bedoelde automatische zoekopdrachten uitsluitend uitgevoerd om na te gaan of er geen feitelijke aanwijzingen of op feitelijke aanwijzingen gebaseerde redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de aanwezigheid van die onderdaan van een derde land op het grondgebied van de lidstaten een risico voor de veiligheid of een hoog epidemiologisch risico vormt overeenkomstig Richtlijn 2004/38/EG.
2.
Het VIS gaat niet na:
- a)
of de aanvrager momenteel geregistreerd staat als een persoon die de toegestane verblijfsduur heeft overschreden dan wel of hij in het verleden als zodanig geregistreerd is geweest, via raadpleging van het EES;
- b)
of de aanvrager overeenkomt met een persoon van wie gegevens in Eurodac zijn geregistreerd.
3.
Indien de automatische verwerking op grond van artikel 9 bis, lid 3, van de onderhavige verordening een treffer heeft opgeleverd die overeenkomt met een signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf als bedoeld in artikel 24 van Verordening (EU) 2018/1861, verifieert de visumautoriteit om welke reden werd beslist deze signalering in het SIS op te nemen. Indien deze reden verband houdt met een risico op het gebied van illegale immigratie, wordt bij de beoordeling van de aanvraag geen rekening gehouden met de signalering. De visumautoriteit gaat te werk overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1861.
4.
De overeenkomstig artikel 9 undecies bepaalde specifieke risico-indicatoren die zijn gebaseerd op risico's op het gebied van illegale immigratie zijn niet van toepassing.
5.
De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op familieleden van onderdanen van het VK die onder het EU-VK terugtrekkingsakkoord Unie vallen in het gastland, zoals gedefinieerd in dat akkoord, waarvoor de visumaanvraag wordt ingediend.