Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2018/1972 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie
Artikel 65 Procedure voor het bepalen van transnationale markten
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2018
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2018, L 321 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1972)
- Inwerkingtreding
20-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2018, L 321 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1972)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Europees informatierecht
Informatierecht / ICT
1.
Indien de Commissie of ten minste twee betrokken nationale regelgevende instanties een met redenen omkleed verzoek indienen, met inbegrip van relevante bewijsstukken, analyseert Berec of er sprake is van een transnationale markt. Na raadpleging van de belanghebbenden en zo veel mogelijk rekening houdend met de analyse van Berec, kan de Commissie in overeenstemming met de beginselen van het mededingingsrecht bij besluiten transnationale markten omschrijven, waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de overeenkomstig artikel 64 vastgestelde aanbeveling en AMM-richtsnoeren.
2.
In het geval van transnationale markten die worden omschreven overeenkomstig lid 1 van dit artikel, dragen de betrokken nationale regelgevende instanties samen zorg voor de uitvoering van de marktanalyse, waarbij de AMM-richtsnoeren maximaal in acht worden genomen, en spreken zij zich op gecoördineerde wijze uit over het opleggen, handhaven, wijzigen of opheffen van wettelijke verplichtingen als bedoeld in artikel 67, lid 4. De betrokken nationale regelgevende instanties stellen de Commissie gezamenlijk in kennis van hun ontwerpmaatregelen betreffende de marktanalyse en van eventuele wettelijke verplichtingen op grond van de artikelen 32 en 33.
Twee of meer nationale regelgevende instanties kunnen eveneens gezamenlijk kennis geven van hun ontwerpmaatregelen betreffende de marktanalyse en van eventuele wettelijke verplichtingen bij gebreke van transnationale markten, indien zij van mening zijn dat de marktvoorwaarden in hun respectieve rechtsgebieden voldoende homogeen zijn.