Einde inhoudsopgave
Binnenvaartwet
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
06-07-2011, Stb. 2011, 382 (uitgifte: 23-08-2011, kamerstukken: 32539)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-11-2011, Stb. 2011, 603 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Een vaarbewijs of bewijs van vrijstelling of ontheffing, bedoeld in artikel 31, wordt niet afgegeven aan degene:
- a.
die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;
- b.
van wie het bewijs ongeldig is verklaard, gedurende de termijn van ongeldigheid;
- c.
aan wie ingevolge artikel 35b van de Scheepvaartverkeerswet de bevoegdheid tot het voeren van schepen is ontzegd, gedurende de termijn van ontzegging; of
- d.
van wie het bewijs met toepassing van de artikelen 35a of 35c van de Scheepvaartverkeerswet is ingenomen en niet is teruggegeven.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, wordt onder vaarbewijs mede verstaan een vaarbewijs, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland, waarvan de houder in Nederland woont.