Einde inhoudsopgave
Binnenvaartwet
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2009
- Bronpublicatie:
13-09-2007, Stb. 2007, 498 (uitgifte: 18-12-2007, kamerstukken: 30523)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2009, Stb. 2009, 164 (uitgifte: 07-04-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Onze Minister verstrekt een vaarbewijs na overlegging van verklaringen waaruit blijkt, dat de aanvrager voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen voorschriften om het binnenschip veilig te voeren.
2.
De in het eerste lid bedoelde voorschriften hebben betrekking op:
- a.
de lichamelijke en geestelijke geschiktheid; en
- b.
de kennis en de bekwaamheid om het binnenschip te voeren.
3.
De in het eerste lid bedoelde voorschriften kunnen betrekking hebben op de vaartijd. Onder vaartijd wordt verstaan de tijd die na het bereiken van de leeftijd van 16 jaar is doorgebracht als lid van de dekbemanning van een schip.
4.
De in het eerste lid bedoelde voorschriften kunnen verschillend zijn naar gelang het soort vaarbewijs.