Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG
Artikel 5b
Geldend
Geldend van 25-05-2024 tot 01-01-2025. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 5b (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
21-05-2024, Stb. 2024, 135 (uitgifte: 24-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-05-2024, terugwerkend tot: 01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2024, Stb. 2024, 135 (uitgifte: 24-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
In afwijking op artikel 5a is voor de boekjaren 2022 en 2023 artikel 40b van de wet enkel van toepassing op:
- a.
categorieën van zorgaanbieders en geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders die de volgende zorg verlenen:
- 1°
medisch-specialistische zorg;
- 2°
persoonlijke verzorging;
- 3°
verpleging;
- 4°
begeleiding;
- 5°
behandeling, anders dan behandeling van gedragswetenschappelijke aard in verband met een psychiatrische aandoening; of
- 6°
mobiele zorg vanuit of naar het buitenland;
- b.
de volgende categorieën:
- 1°
zorgaanbieders en geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders die in de boekjaren 2022 of 2023 een melding hebben gedaan of hadden moeten doen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet toetreding zorgaanbieders of die in het handelsregister zijn geregistreerd, met uitzondering van zorgaanbieders of geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet toetreding zorgaanbieders die geen jaarverantwoording, bedoeld in artikel 40b van de wet, over het boekjaar 2021 op de krachtens dat artikel bepaalde wijze openbaar diende te maken;
- 2°
Regionale Ambulancevoorzieningen;
- 3°
zorgaanbieders en geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders die tevens een jeugdhulpaanbieder of een gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet zijn; of
- 4°
zorgaanbieders en geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders die tevens een Veilig Thuis-organisatie als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 zijn.
2.
In afwijking van het eerste lid is artikel 40b van de wet niet van toepassing op:
- a.
zorgaanbieders en geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders die uitsluitend zorg verlenen anders dan zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet of onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, en waarvoor Onze Minister geen subsidie verleent;
- b.
zorgaanbieders en geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders die uitsluitend de volgende zorg verlenen:
- 1°
vervoer als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet langdurige zorg;
- 2°
vervoer als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onderdeel e, artikel 2.14 of artikel 2.15 van het Besluit zorgverzekering;
- 3°
schoonhouden van de woonruimte als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Wet langdurige zorg;
- 4°
leveren van roerende voorzieningen of mobiliteitshulpmiddelen als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, onderscheidenlijk onderdeel e, van de Wet langdurige zorg;
- 5°
verstrekken van eten en drinken als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de Wet langdurige zorg;
- 6°
verblijf als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, van het Besluit Zorgverzekering dat noodzakelijk is in verband met geneeskundige zorg zoals medisch specialisten die plegen te bieden en dat niet gepaard gaat met verpleging, verzorging of paramedische zorg;
- 7°
levering van elektriciteit voor mechanische ademhalingsondersteuning in de thuissituatie;
- c.
zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, van de wet;
- d.
natuurlijke personen die geen zorg doen verlenen;
- e.
natuurlijke personen en rechtspersonen voor zover zij zorg doen verlenen in het kader van een maatschap of vennootschap waarvan zij vennoot zijn.
3.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, onder 1° tot en met 5°, is artikel 40b van de wet niet van toepassing op categorieën zorgaanbieders en geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders die uitsluitend:
- a.
binnen het kader van een andere zorgaanbieder zorg verlenen;
- b.
zorg verlenen die ten laste van een persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 3.3.3 van de Wet langdurige zorg of artikel 13a van de Zorgverzekeringswet wordt gefinancierd;
- c.
zorg verlenen op basis van een subsidie die is verstrekt op grond van de Kaderwet VWS-subsidies;
- d.
geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders die uitsluitend onder de vennoten de lasten verdelen en geen baten verwerven in het kader van het verband waarvan zij vennoot zijn.