Einde inhoudsopgave
Wet langdurige zorg
Artikel 3.1.1 [Verzekerde zorg]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
10-07-2019, Stb. 2019, 428 (uitgifte: 26-11-2019, kamerstukken: 35146)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-11-2020, Stb. 2020, 479 (uitgifte: 27-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
Het op grond van deze wet verzekerde pakket omvat de volgende vormen van zorg:
- a.
verblijf in een instelling, met inbegrip van voorzieningen die niet ten laste van de verzekerde kunnen komen, waaronder in elk geval:
- 1°
het verstrekken van eten en drinken,
- 2°
het schoonhouden van de woonruimte van de verzekerde, en
- 3°
voor meerdere verzekerden te gebruiken of te hergebruiken roerende voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de zorgverlening of in verband met het opheffen of verminderen van belemmeringen die de verzekerde als gevolg van een aandoening, beperking, stoornis of handicap ondervindt bij het normale gebruik van zijn woonruimte;
- b.
persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleging;
- c.
behandeling, die noodzakelijk is in verband met de aandoening, beperking, stoornis of handicap van de verzekerde, omvattende:
- 1°
geneeskundige zorg van specifiek medische, specifiek gedragswetenschappelijke of specifiek paramedische aard, en
- 2°
geneeskundige zorg zoals klinisch-psychologen en psychiaters plegen te bieden in verband met de psychische stoornis van de verzekerde;
- d.
door of namens een instelling waarvan de verzekerde verblijf alsmede behandeling als bedoeld in onderdeel c ontvangt te verlenen:
- 1°
geneeskundige zorg van algemeen medische aard, niet zijnde paramedische zorg,
- 2°
behandeling van een psychische stoornis indien de behandeling integraal onderdeel uitmaakt van de behandeling van een van de in artikel 3.2.1 genoemde aandoeningen of beperkingen;
- 3°
farmaceutische zorg;
- 4°
het gebruik van hulpmiddelen, noodzakelijk in verband met de in de instelling gegeven zorg;
- 5°
tandheelkundige zorg;
- 6°
kleding, verband houdende met het karakter en de doelstelling van de instelling;
- e.
het individueel gebruik van mobiliteitshulpmiddelen;
- f.
vervoer naar een plaats waar de verzekerde gedurende een dagdeel begeleiding of behandeling ontvangt;
- g.
logeeropvang, met inbegrip van de voorzieningen, bedoeld in onderdeel a, mits dit geschiedt ter ontlasting van een of meer mantelzorgers.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen aard, inhoud en omvang van de verzekerde zorg nader worden geregeld.