Einde inhoudsopgave
Wet marktordening gezondheidszorg
Artikel 40b
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
25-08-2023, Stb. 2023, 293 (uitgifte: 13-09-2023, kamerstukken: 36002)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stb. 2023, 323 (uitgifte: 04-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
Een zorgaanbieder verantwoordt zich jaarlijks door het openbaar maken van een jaarverantwoording.
2.
De jaarverantwoording bestaat uit:
- a.
een financiële verantwoording;
- b.
de op grond van ministeriële regeling bij de financiële verantwoording te voegen informatie, en
- c.
de op grond van ministeriële regeling te vermelden andere informatie betreffende de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder.
3.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- a.
de inhoud en inrichting van de financiële verantwoording waaronder de op te nemen toelichting omtrent de door de zorgaanbieder aangetrokken financiële derivaten;
- b.
het door een registeraccountant of een Accountant-Administratieconsulent ten aanzien van wie in het accountantsregister een aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op het accountantsberoep, uit te voeren onderzoek van de financiële verantwoording;
- c.
de wijze en het tijdstip waarop de jaarverantwoording openbaar wordt gemaakt.
4.
In de ministeriële regelingen, bedoeld in het tweede en derde lid, kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende categorieën van zorgaanbieders.
5.
In de ministeriële regeling, bedoeld in het tweede en derde lid, worden zorgaanbieders die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, hebben voldaan aan ten minste twee van de in artikel 395a, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek genoemde vereisten, niet aangemerkt als een afzonderlijke categorie waarvoor afwijkende regels worden gesteld. De artikelen 395a, tweede lid, en 398, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.
6.
Dit artikel is tevens van toepassing op een geen rechtspersoonlijkheid bezittend organisatorisch verband van zorgaanbieders.