Einde inhoudsopgave
Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 29c [Pleidooi in cassatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 345 (uitgifte: 07-09-2022, kamerstukken: 36003)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2022, Stb. 2022, 364 (uitgifte: 21-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
1.
Indien, hetzij in het beroepschrift hetzij in het verweerschrift hetzij nadien door degene die beroep in cassatie heeft ingesteld, binnen twee weken nadat het verweerschrift is verzonden, schriftelijk is verzocht de zaak mondeling te mogen toelichten, dan wel de Hoge Raad een onderzoek ter zitting geraden acht, bepaalt de Hoge Raad het tijdstip van de zitting. De griffier stelt beide partijen of de door hen aangewezen advocaten hiervan ten minste tien dagen tevoren in kennis.
2.
De mondelinge toelichting door partijen geschiedt bij pleidooi van de door hen aangewezen advocaten. De advocaten kunnen in plaats van de zaak mondeling bij pleidooi toe te lichten een schriftelijke toelichting overleggen of toezenden.
3.
Artikel 8:62 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing voor zover het beroep in cassatie is gericht tegen een uitspraak waarbij de gehele of gedeeltelijke handhaving van een bestuurlijke boete in het geding is.
4
In andere gevallen dan in het derde lid bedoeld, heeft de zitting plaats met gesloten deuren, maar kan de Hoge Raad bepalen dat de zitting openbaar is, voor zover de belangen van partijen daardoor niet worden geschaad.