Einde inhoudsopgave
Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 29e [Uitspraak Hoge Raad]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2005
- Bronpublicatie:
15-12-2004, Stb. 2004, 672 (uitgifte: 15-12-2004, kamerstukken: 29251)
- Inwerkingtreding
01-01-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2004, Stb. 2004, 692 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
1.
De uitspraak van de Hoge Raad wordt schriftelijk gedaan.
2
Wanneer de Hoge Raad, hetzij op de in het beroepschrift aangevoerde, hetzij op andere gronden, de uitspraak van het gerechtshof, de rechtbank of de voorzieningenrechter vernietigt, beslist hij bij dezelfde uitspraak de zaak, zoals het gerechtshof, de rechtbank of de voorzieningenrechter had behoren te doen. Indien de beslissing van de hoofdzaak afhangt van feiten die bij de vroegere behandeling niet zijn komen vast te staan, verwijst de Hoge Raad, tenzij het punten van ondergeschikte aard betreft, het geding naar een gerechtshof of een rechtbank, ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad.