Einde inhoudsopgave
Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 28a [Verplichting griffier]
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2020
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 290 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34212)
- Inwerkingtreding
15-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-03-2020, Stb. 2020, 99 (uitgifte: 23-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
1.
De griffier van de Hoge Raad doet van het ingestelde beroep in cassatie zo spoedig mogelijk mededeling aan de griffier van het gerecht dat de aangevallen uitspraak heeft gedaan.
2
De griffier van dit gerecht zendt een afschrift van de uitspraak en de op de uitspraak betrekking hebbende gedingstukken die onder hem berusten, onverwijld aan de griffier van de Hoge Raad.
3
De griffier maakt zo nodig onverwijld alsnog een proces-verbaal op van de zitting en zendt dit aan de griffier van de Hoge Raad. De griffier van de Hoge Raad stelt dit proces-verbaal ter beschikking aan partijen.