Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG
Artikel 10 sexies Herstel- en veerkrachtfaciliteit
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2023
- Bronpublicatie:
27-02-2023, PbEU 2023, L 63 (uitgifte: 28-02-2023, regelingnummer: 2023/435)
- Inwerkingtreding
01-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-02-2023, PbEU 2023, L 63 (uitgifte: 28-02-2023, regelingnummer: 2023/435)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Als buitengewone en eenmalige maatregel worden tot en met 31 augustus 2026 de emissierechten die worden geveild overeenkomstig de leden 2 en 3 van dit artikel, geveild tot er met de opbrengsten van die veiling een totaalbedrag van 20 miljard EUR is bereikt. Deze ontvangsten worden beschikbaar gesteld aan de bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad (1) ingestelde herstel- en veerkrachtfaciliteit en worden uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van die verordening.
2.
In afwijking van artikel 10 bis, lid 8, wordt tot en met 31 augustus 2026 een deel van de in dat lid bedoelde emissierechten geveild om de doelstellingen van artikel 21 quater, lid 3, punten b) tot en met f), van Verordening (EU) 2021/241 te ondersteunen, tot er met de opbrengsten van die veiling een bedrag van 12 miljard EUR is bereikt.
3.
Tot en met 31 augustus 2026 wordt een aantal rechten geveild van de hoeveelheid die anders door de lidstaten op grond van artikel 10, lid 2, punt a), van 1 januari 2027 tot en met 31 december 2030 zou worden geveild, om de doelen van artikel 21 quater, lid 3, punten b) tot en met f), van Verordening (EU) 2021/241 te ondersteunen, tot er met de opbrengsten van die veiling een bedrag van 8 miljard EUR is bereikt. In beginsel worden die rechten gedurende de desbetreffende periode in gelijke jaarlijkse hoeveelheden geveild.
4.
In afwijking van artikel 1, lid 5 bis, van Besluit (EU) 2015/1814 worden 27 miljoen niet-toegewezen rechten in de marktstabiliteitsreserve van de totale hoeveelheid die anders over die periode ongeldig zou worden verklaard, tot en met 31 december 2030 gebruikt ter ondersteuning van innovatie als bedoeld in artikel 10 bis, lid 8, eerste alinea, van deze richtlijn.
5.
De Commissie ziet erop toe dat de rechten die op grond van de leden 2 en 3 moeten worden geveild, in voorkomend geval met inbegrip van die voor voorfinancieringsbetalingen, in overeenstemming met artikel 21 quinquies van Verordening (EU) 2021/241, worden geveild overeenkomstig de beginselen en uitvoeringsbepalingen van artikel 10, lid 4, van deze richtlijn en in overeenstemming met artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie (2), om te zorgen voor een toereikend bedrag aan middelen voor het innovatiefonds in de periode van 2023 tot en met 2026. De in dit artikel bedoelde veilingperiode wordt één jaar na de start ervan geëvalueerd in het licht van de gevolgen van de in dit artikel bedoelde veiling voor de koolstofmarkt en de koolstofprijs.
6.
De EIB is de veilingmeester voor de rechten die overeenkomstig dit artikel op het overeenkomstig artikel 26, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 aangewezen veilingplatform zullen worden geveild, en verschaft de opbrengsten van de veiling aan de Commissie.
7.
De opbrengsten van de veiling van rechten vormen externe bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (3).
Voetnoten
Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).
Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1).
Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).