Einde inhoudsopgave
Algemene Ouderdomswet
Artikel 8a [Wonen/verblijven buiten Nederland]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
11-12-2019, Stb. 2019, 483 (uitgifte: 17-12-2019, kamerstukken: 35275)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2019, Stb. 2019, 484 (uitgifte: 17-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Ouderdomsuitkering
1.
Geen recht op toeslag heeft de pensioengerechtigde, bedoeld in artikel 8, eerste lid, die niet in Nederland woont.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing indien de pensioengerechtigde woont in een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op toeslag kan bestaan.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat recht heeft op toeslag:
- a.
de pensioengerechtigde, bedoeld in artikel 8, eerste lid, die werkzaamheden verricht in het algemeen belang en niet in Nederland woont;
- b.
de pensioengerechtigde, bedoeld in artikel 8, eerste lid, die in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba woont; of
- c.
de gezinsleden van de in de onderdelen a of b bedoelde pensioengerechtigde.
4.
Onze Minister deelt mede in welke landen op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op toeslag kan bestaan. In deze mededeling wordt tevens opgenomen:
- a.
de vindplaats van het desbetreffende verdrag of besluit, en
- b.
de eventueel in dat verdrag of besluit aanwezige beperkingen.