Einde inhoudsopgave
Besluit Buitengewone Rechtspleging
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 04-09-1944
- Bronpublicatie:
22-12-1943, Stb. 1944, D 63 (uitgifte: 04-09-1944, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-09-1944
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-1943, Stb. 1944, D 63 (uitgifte: 04-09-1944, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
Juridische beroepen / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
1.
Voor de toepassing van artikel 40, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering wordt met voorloopige hechtenis elke andere wijze van verzekerde bewaring gelijkgesteld. De voorzitter van den Bijzonderen Raad van Cassatie voegt voorts in elke zaak, welke voor dien Raad moet dienen, aan iederen verdachte een raadsman toe, zoodra de dag der terechtzitting wordt bepaald.
2.
In afwijking in zooverre van het bepaalde in artikel 41 van het Wetboek van Strafvordering wordt buiten de gevallen, in het voorgaande lid bedoeld, aan iederen verdachte, wiens onvermogen voldoende gestaafdwordt[lees: gestaafd wordt] geoordeeld, op zijn verzoek door den voorzitter van het college, waarvoor de zaak moet dienen, een raadsman toegevoegd.
3.
Toevoeging van een officier, die niet een graad of hoedanigheid bezit, als in artikel 4, tweede lid, van het Besluit op de Bijzondere Gerechtshoven bedoeld, zal alleen dan geschieden, indien een andere raadsman niet beschikbaar is, tenzij de verdachte militair is en uitdrukkelijk den wensch te kennen geeft, dat hem een officier als raadsman worde toegevoegd.