Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan
Artikel 19 Wijziging van Aanhangsels
Geldend
Geldend vanaf 25-03-1998
- Bronpublicatie:
22-09-1992, Trb. 1993, 141 (uitgifte: 14-10-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-03-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-1998, Trb. 1998, 169 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Iedere Verdragsluitende Partij die is gebonden door een Aanhangsel kan een wijziging op dat Aanhangsel voorstellen. De tekst van de voorgestelde wijziging wordt door de Uitvoerend Secretaris van de Commissie toegezonden aan alle Partijen bij het Verdrag op de in artikel 15, tweede lid, bepaalde wijze.
2.
De Commissie neemt de wijziging op een Aanhangsel aan met een meerderheid van drievierde van de stemmen van de Verdragsluitende Partijen die door dat Aanhangsel zijn gebonden.
3.
Een wijziging op een Aanhangsel wordt van kracht na het verstrijken van een termijn van tweehonderd dagen na aanneming ervan door de Verdragsluitende Partijen die door dat Aanhangsel zijn gebonden en die binnen die termijn de depot-Regering niet schriftelijk te kennen hebben gegeven dat zij niet in staat zijn die wijziging te aanvaarden, met die verstande[lees: met dien verstande] dat na het verstrijken van die termijn drievierde van de Verdragsluitende Partijen die door dat Aanhangsel zijn gebonden hetzij vóór het de[lees: vóór de] wijziging moeten hebben gestemd en hun aanvaarding niet mogen hebben ingetrokken, hetzij de Uitvoerend Secretaris schriftelijk te kennen moeten hebben gegeven dat zij in staat zijn de wijziging te aanvaarden.
4.
In een kennisgeving ingevolge het derde lid van dit artikel aan de depot-Regering kan worden aangegeven dat een Verdragsluitende Partij niet in staat is de wijziging te aanvaarden voor zover deze betrekking heeft op één of meer van haar zelfstandige of afhankelijke gebieden waarop het Verdrag van toepassing is.
5.
Een wijziging is bindend voor iedere door het Aanhangsel gebonden andere Verdragsluitende Partij die de depot-Regering schriftelijk te kennen heeft gegeven dat zij in staat is de wijziging te aanvaarden, zulks vanaf het tijdstip van die kennisgeving of na het verstrijken van een termijn van tweehonderd dagen na aanneming van de wijziging, naar gelang van welk tijdstip het laatst valt.
6.
De depot-Regering stelt alle Verdragsluitende Partijen onverwijld in kennis van elke aldus ontvangen kennisgeving.
7.
Indien de wijziging van een Aanhangsel verband houdt met een wijziging op het Verdrag of een Bijlage, zijn op de wijziging van het Aanhangsel dezelfde bepalingen van toepassing als op de wijziging van het Verdrag of die Bijlage.