Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 165 Informatie- en meldingsverplichting accountant en actuaris
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met vernummering van de artikelen in 1 t/m 215 en vernummering van de verwijzingen in de artikelen. Voorheen art. 71c.
- Bronpublicatie:
18-12-2006, Stb. 2006, 708 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2006, Stb. 2006, 708 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Een accountant die het onderzoek naar de staten, bedoeld in artikel 142, vijfde lid, uitvoert meldt de toezichthouder zo spoedig mogelijk elke omstandigheid waarvan hij bij de uitvoering van het onderzoek kennis heeft gekregen en die:
- a.
in strijd is met deze wet;
- b.
de nakoming van de door het beroepspensioenfonds aangegane verplichtingen bedreigt; of
- c.
leidt tot de weigering van het afgeven van de verklaring omtrent de getrouwheid of tot het maken van voorbehouden.
2.
Het eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing op de actuaris die het onderzoek naar de staten, bedoeld in artikel 142, vierde lid, uitvoert.
3.
De accountant of actuaris verstrekt zo spoedig mogelijk kosteloos alle inlichtingen aan de toezichthouder die deze redelijkerwijs nodig heeft voor het toezicht op de naleving van deze wet. De toezichthouder stelt het betrokken beroepspensioenfonds in de gelegenheid aanwezig te zijn bij het verstrekken van inlichtingen door de accountant of actuaris.
4.
De accountant of actuaris biedt desgevraagd de toezichthouder inzicht in zijn controlewerkzaamheden.
5.
De accountant of actuaris die op grond van dit artikel tot een melding of het verstrekken van inlichtingen aan de toezichthouder is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde als gevolg daarvan lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat, gelet op alle feiten en omstandigheden, in redelijkheid niet tot melding of het verstrekken van inlichtingen had mogen worden overgegaan.