Einde inhoudsopgave
Reglement op de Tuchtrechtspraak van de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 14-02-2003
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd door Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij de Regeling van 13-2-2003, nr. TRCJZ/2003/1037.
- Bronpublicatie:
08-11-2002, Stcrt. 2003, 31 (uitgifte: 13-02-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-02-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2002, Stcrt. 2003, 31 (uitgifte: 13-02-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Het tuchtgerecht beraadslaagt en beslist in raadkamer, zo mogelijk in aansluiting aan de behandeling ter zitting.
Terstond na de beraadslaging in de raadkamer wordt ter zitting uitspraak gedaan. Wanneer dat niet mogelijk is, bepaalt de voorzitter een andere datum voor de uitspraak, welke moet liggen binnen drie weken, na datum waarop behandeling ter zitting is afgesloten.
2.
Het tuchtgerecht grondt zijn uitspraken op hetgeen ter zitting is gebleken. De tuchtbeschikking wordt door de voorzitter en secretaris ondertekend, zij bevat de gronden en wijst de voorschriften aan, waarop zij berust, en — zo tot het opleggen van een maatregel is besloten — ook deze maatregel. Afschrift van de beschikking wordt, binnen drie weken na de uitspraak, bij aangetekende brieven toegestuurd aan de aangeslotene, het bestuur en degene die de zaak namens het bestuur aanhangig heeft gemaakt en voorts aan de in artikel 9, derde lid, bedoelde Officier van Justitie, tenzij deze heeft laten weten, dat daarvan kan worden afgezien.