Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
2.2 Buiten Nederland geboren oud-Nederlanders
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2014
- Redactionele toelichting
Voorheen paragraaf 2.1. Paragraaf 2.2 (oud) vernummerd tot paragraaf 2.3.
- Bronpublicatie:
24-09-2014, Stcrt. 2014, 27478 (uitgifte: 30-09-2014, regelingnummer: WBV2014/30)
- Inwerkingtreding
01-10-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2014, Stcrt. 2014, 27478 (uitgifte: 30-09-2014, regelingnummer: WBV2014/30)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND neemt aan dat in ieder geval sprake is van bijzondere banden met Nederland als bedoeld in artikel 3.51, eerste lid, aanhef en onder e, Vb als sprake is van één van de volgende omstandigheden:
- •
de vreemdeling heeft als Nederlander in Europees of Caribisch Nederland of op Aruba, Sint-Maarten of Curaçao minstens de helft van het basisonderwijs gevolgd;
- •
de vreemdeling heeft gedurende zijn minderjarigheid een opleiding gevolgd, die meer dan in die tijd in dat land gebruikelijk was, op Nederland zelf was gericht; of
- •
er is sprake van bijvoorbeeld een opvoeding, maatschappelijke positie en/of dienstbetrekking die op Nederland gericht zijn (zie bijvoorbeeld KNIL-militairen met pensioen en ambtenaren in Nederlandse dienst).