Einde inhoudsopgave
Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten
Artikel 2:8 Uitzonderingen voor de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
29-05-2024, Stcrt. 2024, 17898 (uitgifte: 05-06-2024, regelingnummer: 2024-0000140984)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2024, Stcrt. 2024, 17898 (uitgifte: 05-06-2024, regelingnummer: 2024-0000140984)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen (V)
1.
Voor het bepalen van inkomen als bedoeld in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers geldt dat in afwijking van artikel 2:4, eerste lid, onderdelen l en o, niet als overig inkomen wordt aangemerkt:
- a.
een uitkering als bedoeld in artikel 2:4, eerste lid, onderdeel l, en een uitkering die naar aard en strekking overeenkomt met een uitkering als bedoeld in artikel 2:4, eerste lid, onderdeel l;
- b.
een eenmalige premie die door burgemeester en wethouders kan worden toegekend in het kader van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling van ten hoogste € 3.209,00 per kalenderjaar; en
- c.
een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk van ten hoogste de in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, genoemde gezamenlijke waarden per maand en per kalenderjaar.
2.
De bedragen, genoemd in het eerste lid, onderdelen b en c, worden gewijzigd indien de ontwikkeling van de in artikel 31, tweede lid, onderdelen j en k, van de Participatiewet, genoemde bedragen daartoe aanleiding geeft. De gewijzigde bedragen en de dag waarop deze wijziging ingaat, worden door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant.
3.
Voor het bepalen van inkomen als bedoeld in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers is artikel 2:5 niet van toepassing.