Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 2.15
Geldend
Geldend vanaf 21-03-2024
- Bronpublicatie:
12-03-2024, Stcrt. 2024, 8143 (uitgifte: 20-03-2024, regelingnummer: ACM/UIT/605277)
- Inwerkingtreding
21-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-03-2024, Stcrt. 2024, 8143 (uitgifte: 20-03-2024, regelingnummer: ACM/UIT/605277)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
Elektrische installaties en de daarop aangesloten toestellen veroorzaken via het net van de netbeheerder geen ontoelaatbare hinder.
2.
De netbeheerder kan de aangeslotene verzoeken tot het treffen van zodanige voorzieningen dat de ontoelaatbare hinder ophoudt, dan wel voor een door hem te bepalen aantal uren de aangeslotene verbieden om door hem aan te wijzen toestellen en motoren te gebruiken.
3.
In afwijking van het tweede lid, past de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet centrale filtering toe wanneer de verantwoordelijkheid voor het treffen van de voorzieningen niet eenduidig kan worden toegewezen aan de aangeslotene of aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, mits de ontoelaatbare hinder veroorzaakt wordt door spanningsverschijnselen als gevolg van de interactie van een wisselstroomkabel langer dan 5 km, deel uitmakend van de aansluiting of de installatie van een aangeslotene, en de netconfiguratie ter plaatse.