Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Bijlage 4 Beproevingen
Geldend
Geldend vanaf 05-04-2022
- Redactionele toelichting
Herplaatst in Staatscourant 9132 van 20-04-2022.
- Bronpublicatie:
31-03-2022, Stcrt. 2022, 9132 (uitgifte: 04-04-2022, regelingnummer: ACM/21/053471)
- Inwerkingtreding
05-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-03-2022, Stcrt. 2022, 9132 (uitgifte: 04-04-2022, regelingnummer: ACM/21/053471)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
I. Beproeving primaire regeling
- 1.
Voor de vaststelling van de vermogensinstellingen moet de elektriciteitsproductie-eenheid gedurende twee aaneengesloten uren het maximum-netto-vermogen leveren. Het gedurende deze periode geleverde netto vermogen wordt op vijf minuten-basis geregistreerd en vervolgens per half uur gemiddeld. De kleinste waarde van de halfuur-waarden is bepalend voor de vermogensinstellingen voor de hieronder vermelde sprongproeven.
- 2.
De onder 2a. en 2b. beschreven proeven worden uitgevoerd zonder dode band.
- 2a.
Bij één, in overleg met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vastgesteld, vermogenspunt tussen minimum-netto-vermogen en maximum-netto-vermogen moet in 30 seconden een vermogensafname van 5% van het maximum-netto-vermogen gerealiseerd worden bij een ingestelde statiek van 8% en een gesimuleerde frequentieverstoring van +200 mHz.
- 2b.
Bij het onder 2a. vermelde vermogenspunt moet in 30 seconden een vermogenstoename van 5% van het maximum-netto-vermogen gerealiseerd worden bij een ingestelde statiek van 8% en een gesimuleerde frequentieverstoring van −200 mHz.
- 2c.
Bij het onder 2a. vermelde vermogenspunt moet een gelijkmatig verlopende productieafname van 5% van het maximum-netto-vermogen gerealiseerd worden bij een ingestelde statiek van 8% en een gesimuleerde gelijkmatig toenemende frequentieverstoring van 0 mHz naar +200 mHz in 2 minuten. De vermogensafname moet een lineair verloop hebben en binnen 2,5 minuten volledig gerealiseerd zijn (30 seconden na-ijlend op gesimuleerde frequentieverloop).
- 2d.
Bij het onder 2a. vermelde vermogenspunt moet een gelijkmatig verlopende productietoename van 5% van het maximum-netto-vermogen gerealiseerd worden bij een ingestelde statiek van 8% en een gesimuleerde gelijkmatig afnemende frequentieverstoring van 0 mHz naar −200 mHz in 2 minuten. De vermogenstoename moet een lineair verloop hebben en binnen 2,5 minuten volledig gerealiseerd zijn (30 seconden na-ijlend op gesimuleerde frequentieverloop).
- 3.
De vermogenswijzigingen moeten worden bewerkstelligd via de primaire regeling. Hiertoe zal een signaal dat overeenkomt met de vereiste frequentieverandering in het regelsysteem ingevoerd worden.
- 4.
Na elke proef dient de elektriciteitsproductie-eenheid gedurende tenminste 15 minuten het tijdens de sprong bereikte aangepaste vermogen te leveren.
- 5.
De proeven moeten worden uitgevoerd met alle generatoren in bedrijf.
- 6.
De proeven worden onder toezicht van een door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aangewezen onafhankelijke instantie uitgevoerd. Deze instantie brengt aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verslag uit over de beproevingsresultaten.
- 7.
In het verslag worden ten minste vermeld:
- —
het maximum-netto-vermogen, herleid naar nominale omgevingscondities;
- —
de vermogensinstellingen waarbij de proeven zijn uitgevoerd, herleid naar nominale condities;
- —
de ingegeven frequentieverstoring;
- —
de procentuele vermogenstoename na 15 respectievelijk 30 seconden.
- 8.
De landelijke netbeheerder beoordeelt de beproevingsresultaten en zendt de beoordeling tezamen met het beproevingsverslag aan de betrokken aangeslotene.
II. Beproeving van de robuustheid bij verlaagde spanning
- 1.
De elektriciteitsproductie-eenheid moet bij 85% van de nominale eigenbedrijfsspanning gedurende 15 minuten (of korter in het geval dat de elektriciteitsproductie-eenheid is voorzien van een automatisch geregelde eigen bedrijfstransformator) het vastgestelde maximum-netto-vermogen, bedoeld onder I.1, leveren bij de toegekende arbeidsfactor.
- 2.
Aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet worden gerapporteerd:
- —
tijdstip van aanvang en beëindiging;
- —
spanning eigen bedrijfsrail als functie van de tijd;
- —
netto vermogen als functie van de tijd.
III. Beproeving van de robuustheid bij kortsluitingen in het net
- 1.
Bij levering van tenminste 80% van het vastgestelde maximum-netto-vermogen, bedoeld onder I.1, bij de arbeidsfactor die is overeengekomen met de netbeheerder op wiens net de elektriciteitsproductie-eenheid is aangesloten, wordt de hoofdschakelaar van de eigen bedrijfsinstallatie geopend.
- 2.
Na een periode van tenminste1,5 seconden, ingaande op het moment dat de restspanning op de hoofdrails van het eigen bedrijf lager is dan 70% van de nominale waarde, wordt de schakelaar weer gesloten. Gedurende deze tijd mag de elektriciteitsproductie-eenheid niet door de beveiliging van het eigen bedrijf van het net worden gescheiden of tot stilstand komen.
- 3.
De onder 2. genoemde tijd van 1,5 seconde is een sommatie van:
- —
de maximale kortsluitduur (300 ms);
- —
hersteltijd van de netspanning tot 85% na afschakeling van de kortsluiting;
- —
detectietijd van het minimum-spanningsrelais bij terugkerende spanning;
- —
tijdvertraging minimum spanningsrelais;
- —
schakeltijd van de schakelaar waarmee de elektriciteitsproductie-eenheid van het net wordt gescheiden;
- —
hersteltijd van de generatorspanning.
- 4.
Aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet worden gerapporteerd:
- —
tijdstip van aanvang en beëindiging.
- —
spanning eigen bedrijfsrail als functie van de tijd.
- —
netto vermogen als functie van de tijd.
IV. Beproeving van parallelschakeling na een kortsluiting in het net
- 1.
Bij levering van tenminste 85% van het onder vastgestelde maximum-netto-vermogen, bedoeld onder I.1, bij de toegekende arbeidsfactor, wordt de elektriciteitsproductie-eenheid met de netschakelaar van het net gescheiden. Na één uur wordt de elektriciteitsproductie-eenheid parallel geschakeld met het net. Vervolgens dient de elektriciteitsproductie-eenheid na 30 minuten gedurende 1 uur stabiel minimum-vermogen aan het net te kunnen leveren.
- 2.
Aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet worden gerapporteerd:
- —
tijdstip openen netschakelaar;
- —
netto-vermogen als functie van de tijd;
- —
tijdstip synchronisatie per generator.
V. Overige rapportageverplichtingen
- 1.
Aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet worden in aanvulling op de onder II.2, III.4 en IV.2 genoemde gegevens tevens gerapporteerd:
- —
elektrisch schema eigen bedrijfsinstallatie;
- —
datum dan wel data van uitvoering:
- —
beschrijving van de bedrijfssituatie voorafgaand aan de proeven;
- —
beschrijving van de uitvoering;
- —
overzicht van de schakelhandelingen;
- —
totaal opgenomen vermogen van het eigen bedrijf voor, na en tijdens de proeven;
- —
overzicht van de belangrijkste in bedrijf zijnde installaties van het eigen bedrijf (> 100 kVA).