Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 2.18
Geldend
Geldend vanaf 10-07-2019
- Bronpublicatie:
04-07-2019, Stcrt. 2019, 36874 (uitgifte: 10-07-2019, regelingnummer: ACM/UIT/509776)
- Inwerkingtreding
10-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2019, Stcrt. 2019, 36874 (uitgifte: 10-07-2019, regelingnummer: ACM/UIT/509776)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
Indien naar het oordeel van de netbeheerder redelijke twijfel bestaat of een elektrische installatie voldoet aan de van toepassing zijnde bepalingen van deze code, toont de aangeslotene aan dat zijn elektrische installatie aan deze bepalingen voldoet.
2.
Wanneer de aangeslotene in gebreke blijft, is de netbeheerder bevoegd om de elektrische installatie zelf te onderzoeken of te laten onderzoeken.
3.
Indien een elektrische installatie naar het oordeel van de netbeheerder niet voldoet aan het bepaalde in deze code, herstelt de aangeslotene de gebreken, zo nodig onmiddellijk. De netbeheerder kan door de aangeslotene daarbij in acht te nemen aanwijzingen geven.
4.
De netbeheerder heeft geen verplichting om na te gaan of aan het in deze code bepaalde is voldaan.