Einde inhoudsopgave
Besluit btw-heffing bij werkzaamheden van toezichthouders en van leden van diverse commissies
2.1 Inleidend kader
Geldend
Geldend vanaf 07-05-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 13-06-2019
- Bronpublicatie:
28-04-2021, Stcrt. 2021, 22627 (uitgifte: 06-05-2021, regelingnummer: 2021-9403)
- Inwerkingtreding
07-05-2021, terugwerkend tot: 13-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-04-2021, Stcrt. 2021, 22627 (uitgifte: 06-05-2021, regelingnummer: 2021-9403)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemer voor de omzetbelasting is ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent (artikel 7 van de Wet OB). Deze bepaling heeft dezelfde betekenis als het bepaalde in artikel 9, lid 1, van de Btw-richtlijn.1. In dat artikel is bepaald welke persoon als belastingplichtige wordt beschouwd. Dat is ieder die, ongeacht op welke plaats, zelfstandig een economische activiteit verricht, ongeacht het oogmerk of het resultaat van die activiteit. Volgens artikel 10 van de Btw-richtlijn ontbreekt de vereiste zelfstandigheid in ieder geval voor loontrekkenden en voor andere personen voor zover zij met hun werkgever een arbeidsovereenkomst hebben aangegaan of enige andere juridische band hebben waaruit een verhouding van ondergeschiktheid ontstaat ten aanzien van de arbeids- en bezoldigingsvoorwaarden en de verantwoordelijkheid van de werkgever.
In de arresten HvJ EU 13 juni 2019, C-420/18 (IO), ECLI:EU:C:2019:490 en HR 26 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1143 gaat het om een commissaris van een toezichtsorgaan respectievelijk een lid of voorzitter van een bezwaaradviescommissie die niet loontrekkend is en ten opzichte van de opdrachtgever ook niet enige andere juridische band heeft waaruit een verhouding van ondergeschiktheid ontstaat ten aanzien van de arbeids- en bezoldigingsvoorwaarden en de verantwoordelijkheid van de werkgever. Niettemin zijn zij geen ondernemer omdat ze niet zelfstandig zijn in de uitoefening van hun economische activiteit. De zelfstandigheid ontbreekt omdat de hiervoor genoemde leden geen individuele taken of verantwoordelijkheden hebben, en zij de werkzaamheden niet op eigen naam, voor eigen rekening en/of onder eigen verantwoordelijkheid verrichten, en zij geen economisch risico lopen.
Voetnoten
HR 26 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1143, punt 2.5.1