Einde inhoudsopgave
Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden (Aanwijzing Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens) (2012A015)
4 De ontvangers
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
24-12-2012, Stcrt. 2012, 26870 (uitgifte: 24-12-2012, regelingnummer: 2012A015gp)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-2012, Stcrt. 2012, 26870 (uitgifte: 24-12-2012, regelingnummer: 2012A015gp)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Op basis van art. 39f lid 1 Wjsg kunnen voor de aldaar genoemde doelen in ieder geval aan de volgende personen en instanties strafvorderlijke gegevens worden verstrekt.
Categorieën gemarkeerd met een <S>, zijn standaardverstrekkingen, zie hoofdstuk IV § 6.
- a)het voorkomen en opsporen van strafbare feiten
Ten behoeve van het voorkomen en opsporen van strafbare feiten kunnen daarvoor benodigde strafvorderlijke gegevens worden verstrekt aan:
<S>
I
KNVB en buitenlandse voetbalorganisaties;
II
Hulpverleningsinstanties op het terrein van de criminaliteitspreventie;
<S>
III
Ambtenaren als bedoeld in de artikelen 141 en 142 Sv;
IV
Burgemeesters, Commissarissen der Koningin, en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie;
V
Overheidsinstellingen (anders dan genoemd onder IV) en de particuliere werkgever als het gaat om bepaalde ‘gevoelige’ bedrijven/ instellingen (zoals bijvoorbeeld op het gebied van vervoer en transport, telecommunicatie en internet, beveiliging, financiën, onderzoek, onderwijs, kinderactiviteiten, energie, voedselvoorziening, kunst en oudheden);
<S>
VI
Dienst voor het Wegverkeer;
VII
(Openbaar-)vervoersbedrijven;
VIII
Beroepsorganisaties (ten behoeve van het handhaven van een veroordeling tot ontzetting uit het bekleden van ambten of bepaalde ambten of het uitoefenen van bepaalde beroepen en van een veroordeling tot een voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde geen beroep uitoefent waarin hij werkt met een bepaalde doelgroep of dat de veroordeelde zich onthoudt van het verrichten van bepaalde (beroeps)werkzaamheden).
- b)het handhaven van de orde en veiligheid
Ten behoeve van het handhaven van de orde en veiligheid kunnen daarvoor benodigde strafvorderlijke gegevens worden verstrekt aan:
<S>
I
KNVB en buitenlandse voetbalorganisaties;
<S>
II
Burgemeesters, Commissarissen der Koningin, en de Ministers van Binnenlandse Zaken en
III
Overheidsinstellingen (anders dan genoemd onder II) en de particuliere werkgever als het gaat om bepaalde 'gevoelige' bedrijven/ instellingen (zoals bijvoorbeeld op het gebied van vervoer en transport, telecommunicatie en internet, beveiliging, financiën, onderzoek, onderwijs, kinderactiviteiten, energie, voedselvoorziening, kunst en oudheden);
<S>
IV
Ambtenaren als bedoeld in art. 3 Politiewet 1993 en ambtenaren van de Koninklijke marechaussee;
V
Verhuurders van roerende of onroerende zaken geschikt voor bewoning of de uitoefening van een beroep of bedrijf;
VI
Nutsbedrijven;
VII
(Openbaar-)vervoersbedrijven.
- c)het uitoefenen van toezicht op het naleven van regelgeving
Ten behoeve van het uitoefenen van toezicht op het naleven van regelgeving kunnen de daarvoor benodigde strafvorderlijke gegevens worden verstrekt aan:
<S>
I
Bestuursorganen (waaronder de Belastingdienst, bedrijfsverenigingen, uitkeringsinstanties, subsidieverstrekkers, inspecties, bijzondere opsporingsdiensten, De Nederlandsche Bank, Stichting Autoriteit Financiële Markten, de Pensioen- en Verzekeringskamer);
<S>
II
OLAF (Office Européen De Lutte Anti-Fraude / Europees Bureau voor fraudebestrijding);
III
Curatoren (ten behoeve van een correcte afwikkeling van een faillissement in geval van faillissementsfraude);
IV
Bewindvoerders voorzover het strafbare feiten betreft waarvan de inhoud raakt aan de wettelijke verplichtingen van de onder bewind gestelde c.q. van de bewindvoerder;
V
Toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht (Awb).
- d)het nemen van een bestuursrechtelijke beslissing
Ten behoeve van het nemen van een bestuursrechtelijke beslissing kunnen de daarvoor benodigde strafvorderlijke gegevens worden verstrekt aan:
<S>
I
Alle (lokale) overheidsinstanties (voor zover geen bijzondere wettelijke bepaling van kracht is)
- e)het beoordelen van de noodzaak tot het treffen van een rechtspositionele of tuchtrechtelijke maatregel
Ten behoeve van de beoordeling van de vraag of een rechtspositionele dan wel tuchtrechtelijke maatregel moet worden getroffen tegen een werknemer, vrijwilliger of een lid van een beroepsgroep, die wordt verdacht van of is veroordeeld wegens een strafbaar feit waarvan duidelijk is dat twijfels kunnen doen rijzen over zijn behoorlijk (beroepsmatig) functioneren, dan wel ten aanzien van wie is gebleken van handelen dat gevaarzetting voor anderen oplevert of de integriteit van de overheid of die beroepsgroep aantast, kunnen over betrokkene strafvorderlijke gegevens worden verstrekt aan tenminste de volgende instanties:
I
De (semi-)overheid als werkgever;
II
Werkgevers van ambtenaren als bedoeld in artikel 142 Sv
III
EU-instellingen en internationale organisaties (zoals bijvoorbeeld de NAVO);
IV
De particuliere werkgever als het gaat om bepaalde ‘gevoelige’ bedrijven/ instellingen (zoals bijvoorbeeld op het gebied van vervoer en transport, telecommunicatie en internet, beveiliging, financiën, onderzoek, onderwijs, kinderactiviteiten, energie, voedselvoorziening, kunst en oudheden);
V
Instanties belast met toezicht op vrije beroepen, zoals de (plaatselijke) Deken van de Orde van Advocaten, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, het Nederlands Instituut voor Register Accountants en de Inspectie voor de gezondheidszorg.
- f)het verlenen van hulp aan slachtoffers en anderen die bij een strafbaar feit betrokken zijn
- f.1)
Voorzover noodzakelijk voor het verlenen van hulp aan slachtoffers en anderen die bij een strafbaar feit betrokken zijn, kunnen daarvoor benodigde strafvorderlijke gegevens worden verstrekt aan:
I
Slachtoffers en anderen die bij een strafbaar feit betrokken zijn;
II
Bureau Slachtofferhulp;
III
Ambtenaren als bedoeld in de artikelen 141 en 142 Sv;
IV
Bureau maatschappelijk werk;
V
Raad voor de Kinderbescherming;
VI
Vertrouwensartsen;
VII
Gezondheidsdiensten en -instellingen;
VIII
Buro's voor Jeugdzorg;
- f.2)
Ten behoeve van de vergoeding aan het slachtoffer van de schade, die is ontstaan als gevolg van een strafbaar feit, kunnen de daarvoor benodigde strafvorderlijke gegevens worden verstrekt aan:
<S>
I
Degenen die rechtstreeks schade hebben geleden als gevolg van een strafbaar feit, voor zover geen sprake is van een geval waarop artikel 51d Sv betrekking heeft;
<S>
II
Verzekeraars van direct betrokkenen;
<S>
III
Uitkeringsinstanties;
<S>
IV
Stichting Processen-Verbaal, met inachtneming van de Aanwijzing Verkeersongevallen;
<S>
V
Buma/Stemra en Brein in geval van overtredingen van intellectuele eigendomsrechten;
<S>
VI
Arbo-diensten;
<S>
VII
Ambtenaren als bedoeld in artikel 3 van de Politiewet en ambtenaren van de Koninklijke Marechaussee.
- g)voorzover noodzakelijk voor de verwezenlijking van de in § 4 a) – f) genoemde doeleinden kunnen daarvoor benodigde strafvorderlijke gegevens worden verstrekt aan samenwerkingsverbanden
Zie hierover nader de bijlage bij deze aanwijzing.