Einde inhoudsopgave
Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden (Aanwijzing Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens) (2012A015)
III Bevoegdheidsverdeling
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
24-12-2012, Stcrt. 2012, 26870 (uitgifte: 24-12-2012, regelingnummer: 2012A015gp)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-2012, Stcrt. 2012, 26870 (uitgifte: 24-12-2012, regelingnummer: 2012A015gp)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Het College van procureurs-generaal
Het College van procureurs-generaal is de verantwoordelijke voor de verwerking van strafvorderlijke gegevens (art. 39a lid 1 Wjsg). Dat betekent dat het College verantwoordelijk is voor en beslissingsbevoegd is over alle verstrekkingen. Het College mandateert de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van standaardverstrekkingen en verzoeken op basis van art. 39i Wjsg (rechten van betrokkene op inzage) aan de hoofden van de dienstonderdelen (zie hoofdstuk IV § 6).
Het hoofd van het dienstonderdeel
De hoofden van de parketten (hoofdofficieren van justitie en hoofdadvocaten-generaal) voeren het beheer over hun gegevensverwerking (art. 39a lid 2 Wjsg). Hetzelfde geldt voor de hoofden van de andere dienstonderdelen van het Openbaar Ministerie (BVOM, CVOM, BOOM). Het College machtigt hen tot en mandateert aan hen het beheer over hun gegevensverwerking. Zij beslissen namens het College over verstrekking in de zogenaamde standaardgevallen (zie hoofdstuk IV § 6) en verzoeken op basis van art. 39e, 39i en 39m Wjsg. Wanneer door bijzondere omstandigheden een in beginsel standaardverstrekking gevoelig, of op een andere manier niet-standaard wordt, dient zo'n geval aan de helpdesk privacy van afdeling bestuurlijke en juridische Zaken (BJZ) van het Parket-Generaal (hierna helpdesk privacy PaG) te worden voorgelegd, omdat het niet valt onder het mandaat van het College van procureurs-generaal aan de hoofden van de dienstonderdelen. De instemming van de helpdesk-privacy geldt in die gevallen als een specifiek mandaat van het College om aldus in het betreffende geval te beslissen.
De hoofden van de dienstonderdelen kunnen de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van bovengenoemde standaardverstrekkingen en verzoeken op basis van 39e, 39i en 39m Wjsg doormandateren aan medewerkers van hun dienstonderdeel.
De hoofden van de dienstonderdelen dragen zorg voor de aanstelling van een (specialistisch) privacymedewerker op hun dienstonderdeel. Ook wordt in vervanging van de privacymedewerker voorzien.
De officieren van justitie, advocaten-generaal of andere medewerkers van het dienstonderdeel
Zij die de bevoegdheid van het College doorgemandateerd hebben gekregen van het hoofd van een dienstonderdeel, beslissen namens het College over verstrekking in de zogenaamde standaardgevallen (zie hoofdstuk IV § 6) en verzoeken op basis van art. 39e, 39i en 39m Wjsg.