Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit accijns
Artikel 21b
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2010
- Bronpublicatie:
23-12-2009, Stb. 2009, 614 (uitgifte: 29-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2009, Stb. 2009, 614 (uitgifte: 29-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
1.
De vrijstelling, bedoeld in artikel 66b, eerste en tweede lid, van de wet, wordt verleend indien wordt aangetoond dat de accijnsgoederen worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van de reizigers, bedoeld in artikel 66b, eerste lid, van de wet, dan wel worden geleverd op de in artikel 66b, tweede lid, van de wet bedoelde wijze.
2.
In afwijking van artikel 2, eerste lid, geschiedt het aantonen, bedoeld in het eerste lid, aan de hand van de bewijzen van vervoer, bedoeld in artikel 66b, derde lid, van de wet.
3.
Onverminderd artikel 8, tweede lid, moet de administratie van de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats van waaruit de accijnsgoederen worden uitgeslagen in ieder geval bevatten de regelmatige aantekening van:
- a.
de accijnsgoederen die worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van de reizigers, bedoeld in artikel 66b, eerste lid, van de wet;
- b.
de accijnsgoederen die worden geleverd op de in artikel 66b, tweede lid, van de wet bedoelde wijze;
- c.
de bewijzen van vervoer, bedoeld in artikel 66b, derde lid, van de wet.