BNB 2007/113
Woonplaatsfictie Successiewet niet in strijd met EG-recht
HR 22-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AQ7098, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Berge, van den; Monné; Maanen, van; Streefkerk; Schaap
- Zaaknummer
39.261
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
I.J.F.A. van Vijfeijken
- LJN
AQ7098
- JCDI
JCDI:ADS88017:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AQ7098, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AQ7098, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑2006
- Wetingang
Art. 3, eerste lid, Successiewet 1956; art. 6, 8A, 73B en 73D, derde lid, EG-Verdrag
Essentie
Woonplaatsfictie Successiewet niet in strijd met EG-recht
Samenvatting
De vader van belanghebbenden, die de Nederlandse nationaliteit bezat, heeft tot 1993 in Nederland gewoond en daarna, tot zijn overlijden in 1997, in België. Van belanghebbenden, de in Nederland wonende kinderen, is zowel in België als in Nederland (als gevolg van de woonplaatsfictie) successierecht geheven. Bij de berekening van het successierecht in Nederland is het in België geheven successierecht volledig in mindering gebracht.
HR: Gelet op het arrest HvJ EG, BNB 2006/194c* (Van Hilten-van der Heijden), vormt art. 3, eerste lid, Successiewet 1956 geen beperking van het kapitaalverkeer. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.