BNB 2004/43
Waarde van woon- en partyschip voor de roerenderuimtebelasting. Invloed van gemeentelijk ligplaatsenbeleid
HR 17-10-2003, ECLI:NL:HR:2003:AM1462, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 oktober 2003
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van; Oven, van; Leemreis
- Zaaknummer
38 005
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AM1462
- JCDI
JCDI:ADS888702:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AM1462, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑10‑2003
- Wetingang
Art. 221 Gemeentewet; Verordening roerende-ruimtebelastingen gemeente Amsterdam
Essentie
Waarde van woon- en partyschip voor de roerenderuimtebelasting. Invloed van gemeentelijk ligplaatsenbeleid
Samenvatting
Het woon- en partyschip van belanghebbende is betrokken in de gemeentelijke roerenderuimtebelasting. Het ligt sinds 1988 afgemeerd aan een kade. De aanwezigheid van het schip op deze ligplaats wordt door de gemeente gedoogd totdat een nieuw bedrijfsvaartuigenbeleid zal zijn vastgesteld. De gedoogverklaring vervalt als belanghebbende de eigendom van het schip overdraagt. Het Hof oordeelt met verwijzing naar HR, BNB 1999/18c* dat deze omstandigheden geen invloed hebben op de waarde.
HR: Het door het Hof vermelde arrest betreft verplichtingen waartoe een eigenaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.