FED 1999/226
Verrekening negatieve voorlopige aanslag. Vertrouwensbeginsel
HR 02-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2607, m.nt. M.J. Hoogeveen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 1998
- Magistraten
Stoffer; Pos; Monné
- Zaaknummer
33798
- Noot
M.J. Hoogeveen
- LJN
AA2607
- JCDI
JCDI:ADS229796:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2607, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑1998
- Wetingang
Art. 13, tweede lid AWR; vertrouwensbeginsel
Essentie
Verrekening negatieve voorlopige aanslag. Vertrouwenscommit; beginsel
Samenvatting
Ook in het geval niet op de juiste wijze om voorrang is gevraagd heeft de inspecteur de bevoegdheid om een negatieve voorlopige aanslag te verrekenen met de definitieve aanslag. Een beroep op het vertrouwensbeginsel kan alleen dan slagen indien de negatieve voorlopige aanslag berust op een bewuste standpuntbepaling van de inspecteur. Daarvan is in casu geen sprake.
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1994.
VASTSTAAT:
Belanghebbende deed in het onderhavige jaar aangifte naar een belastbaar inkomen van f 35 646. De aangifte leidde tot een voorlopige negatieve aanslag met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.