FED 2004/398
HR, 09-07-2004, nr. 38 723
HR 09-07-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP9596
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2004
- Zaaknummer
38 723
- LJN
AP9596
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP9596, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2004
- Wetingang
Art. 51a, onderdeel f, art. 52a, onderdeel d, en art. 53 Wet op de accijns
Samenvatting
Aan belanghebbende zijn terecht naheffingsaanslagen accijns opgelegd wegens het voorhanden hebben van onveraccijnsde goederen.
Uitspraak
De Hoge Raad en Hof 's-Gravenhage oordelen dat terecht aan belanghebbende naheffingsaanslagen accijns zijn opgelegd. Aangezien hij in Nederland onveraccijnsde accijnsgoederen voorhanden heeft gehad, is sprake van uitslag en is hij belastingschuldige. Wel moet tevens komen vast te staan dat de afnemer op het moment waarop hij de goederen voorhanden krijgt, weet of redelijkerwijs kan weten dat de goederen niet in de heffing zijn of zullen worden betrokken (HR BNB 2003/316). Nu de inspecteur de aan de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats opgelegde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.