BNB 2008/255
Aandelen 'dividendmixer' behoren in casu niet tot het vermogen van Nederlandse vaste inrichting van Engelse tussenhoudster. Heffing dividendbelasting in strijd met Europees recht? Verwijzing voor onderzoek of tussenhoudster de Nederlandse dividendbelasting kon verrekenen op grond van de Overeenkomst Nederland-Verenigd Koninkrijk t.v.v.d.b.
HR 08-08-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD1501, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 augustus 2008
- Magistraten
Berge, van den; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
40 586
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
P.G.H. Albert
- LJN
BD1501
- JCDI
JCDI:ADS171705:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Dividendbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD1501, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑08‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD1501, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑08‑2008
- Wetingang
Art. 4, tweede lid, Wet div.bel. 1965; art. 52 EG-Verdrag
Essentie
Aandelen 'dividendmixer' behoren in casu niet tot het vermogen van Nederlandse vaste inrichting van Engelse tussenhoudster. Heffing dividendbelasting in strijd met Europees recht? Verwijzing voor onderzoek of tussenhoudster de Nederlandse dividendbelasting kon verrekenen op grond van de Overeenkomst Nederland-Verenigd Koninkrijk t.v.v.d.b.
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2003/246*. Engelse topholding H houdt aandelen in Engelse tussenhoudster I, die een vaste inrichting heeft in Nederland. I drijft een onderneming in materiële zin, met als enige activiteit het houden van aandelen in belanghebbende, X BV, een zogenoemde 'dividendmixer'. Aan X BV is een naheffingsaanslag dividendbelasting voor het jaar 1989 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.