BNB 2000/52
Raffinaderijvrijstelling geldt ook voor de brandstoffenheffing
HR 27-10-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2932, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 oktober 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Moor, de; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
32 699
- Conclusie
A-G mr. Van den Berge
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AA2932
- JCDI
JCDI:ADS888130:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2932, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑10‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2932, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑10‑1999
- Wetingang
Art. 15 Wet milieubeheer; art. 4, derde lid, Richtlijn nr. 92/81/EEG van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën
Essentie
Raffinaderijvrijstelling geldt ook voor de brandstoffenheffing
Samenvatting
HR: Uit het arrest HvJ EG BNB 2000/51c* volgt dat de materiële bepalingen van Richtlijn 92/81 ook van toepassing zijn op andere indirecte belastingen op minerale oliën dan de geharmoniseerde accijns, zoals de brandstoffenbelasting. Naar redelijkerwijs niet voor twijfel vatbaar is, geldt dit tevens voor de in art. 4, derde lid, Richtlijn 92/81 opgenomen raffinaderijvrijstelling.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X BV te Z tegen de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.