BNB 2000/51
Zaak Braathens Sverige. Zweedse milieubelasting op binnenlandse luchtvaart onverenigbaar met accijnsvrijstelling in Richtlijn 92/81
HvJ EG 10-06-1999, ECLI:EU:C:1999:291, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
10 juni 1999
- Magistraten
Jann; Moitinho de Almeida; Gulmann; Edward; Wathelet
- Zaaknummer
C-346/97
- Conclusie
A-G Fennelly
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AV2315
- JCDI
JCDI:ADS888114:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1999:291, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 10‑06‑1999
- Wetingang
Art. 8, eerste lid, onderdeel b, Richtlijn 92/81/EEG
Essentie
Zaak Braathens Sverige. Zweedse milieubelasting op binnenlandse luchtvaart onverenigbaar met accijnsvrijstelling in Richtlijn 92/81
Samenvatting
Ingevolge art. 8, eerste lid, onderdeel b, van Richtlijn 92/81 moeten lidstaten een accijnsvrijstelling verlenen voor minerale oliën die worden geleverd voor gebruik als brandstof voor andere luchtvaart dan particuliere plezierluchtvaart. Zweden heft een milieubelasting op de binnenlandse luchtvaart, berekend over het brandstofverbruik en de emissie van koolwaterstof en stikstofmonoxide. Braathens Sverige AB, exploitante van een binnenlandse commerciële luchtvaartmaatschappij, verzet zich daartegen.
HvJ EG: De Zweedse milieubelasting moet als een belasting op het brandstofverbruik worden beschouwd. Die belasting is onverenigbaar met art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.