BNB 2004/257
Conserverende aanslag bij emigratie aanmerkelijkbelanghouder
HR 24-10-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7557, m.nt. A.C. Rijkers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 oktober 2003
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37 565
- Conclusie
A-G mr. Van Kalmthout
- Noot
A.C. Rijkers
- LJN
AF7557
- JCDI
JCDI:ADS888789:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7557, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑10‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7557, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑10‑2003
- Wetingang
Art. 3, tweede en derde lid, en 20a, zesde lid, onderdeel i, Wet IB 1964; art. 25, zesde lid, Invorderingswet 1990; art. 8:73Awb; Besluit proceskosten bestuursrecht; art. 12 BRK; art. 6 en 14 EVRM, art. 1, Eerste Protocol bij het EVRM; art. 2, tweede lid, Vierde Protocol bij het EVRM; art. 12, vierde lid, en 26 IVBPR; art. 52 EG-Verdrag (na wijziging art. 43 EG)
Essentie
Conserverende aanslag bij emigratie aanmerkelijkbelanghouder
Samenvatting
Belanghebbende, houder van alle aandelen in E BV, is in 1997 geëmigreerd naar Curaçao. In de hem over 1997 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen is een fictief vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang begrepen.
HR: Art. 12 BRK laat toe dat Nederland tot het moment waarop een aanmerkelijkbelanghouder van Nederland naar de Nederlandse Antillen emigreert, heft over waardestijgingen van de door die aanmerkelijkbelanghouder gehouden aandelen tot dat tijdstip. Art. 52 EG-Verdrag ziet niet op landen en gebieden overzee (vgl. HR, BNB 2001/323c*).
De heffing is niet in strijd met de rechten neergelegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.